Het is aangewezen om het bezit door het publiek en de verkoop aan het grote publiek van sommige pyrotechnische artikelen te beperken. Specifiek moet ook de geluidsoverlast beperkt worden. Aan consumenten wordt daarom enkel vuurwerk toegelaten tot categorie F2. Bijkomend worden aan consumenten wel pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van categorie T1 van de volgende generieke types toegelaten: niet elektrisch aangestoken bengaals vuur en niet elektrisch aangestoken rookgeneratoren.
Het is ook nodig om te waarborgen dat consumenten geen pyrotechnische artikelen kunnen kopen waarvoor zij niet de vereiste leeftijd hebben. Een controle van de leeftijd is vereist vooraleer pyrotechnische artikelen aan consumenten wordt overhandigd.
Enkele bepalingen uit het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen zijn strijdig met de bepalingen uit dit ontwerp van koninklijk besluit en worden voor de toepassing ervan dan ook buiten beschouwing gelaten.
Sommige bepalingen uit het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen die in het algemeen niet toepasselijk zijn op producten die onder dit besluit vallen, moeten toch nog blijven gelden voor bepaalde pyrotechnische artikelen en dit tot 4 juli 2017.
Op 30 juni 2015 werd door de afdeling Wetgeving van de Raad van State advies uitgebracht over het ontwerp van koninklijk besluit. Hierop werd het ontwerp van koninklijk besluit nog op bepaalde punten aangepast. Enkele zaken uit het advies moeten echter nader worden besproken.
1. Ten eerste handelt het advies van de Raad van State vooral over de rechtsgrond.
1.1. Conform het advies van de Raad van State (punt 3.3) werd het artikel 1, eerste lid van de wet van 28 mei 1956 betreffende ontplofbare en voor de deflagratie vatbare stoffen en mengsels en daarmee geladen tuigen toegevoegd teneinde een rechtsgrond te geven aan de artikelen 56 en 57 van het ontwerp van koninklijk besluit (artikelen 58 en 59 van het ontwerp dat aan de Raad van State werd overgemaakt). Bepaalde artikelen van het voornoemde koninklijk besluit van 1958 worden buiten toepassing gesteld voor de pyrotechnische artikelen bedoeld in voorliggend ontwerp van besluit. Deze wijziging van het besluit van 1958, genomen op basis van de wet van 1956, wordt dus gedaan op basis van de oorspronkelijke wet. Zoals hieronder verduidelijkt zal worden, heeft de niet toepasselijkheid van bepaalde artikelen van het besluit van 1958 tot gevolg dat bepaalde risico's verbonden aan pyrotechnische artikelen niet meer worden geregeld door deze specifieke reglementering.