Internetconsultatie: Besluit Veilige Jaarwisseling

Idd heb je op papier een goed plan van aanpak, alles geregeld in een schriftelijke onderbouwing, moet je de gemeente ook nog overtuigd krijgen! Heb je dat voor elkaar, dan kan je aan je echte vergunning gaan werken en die indienen! Mss ook nog persoonlijk toelichten en onderbouwen bij de ambtenaar die daar over gaat, die het vervolgens nog van tafel kan vegen bij evt tekortkomingen! Je moet hier dus wel een beetje voor in de wieg gelegd zijn!
Afijn, ik zal ook nog een reactie achterlaten op de consultatie! Als alle beetjes maar helpen!
 
Wat youtubers aanschrijven hvlv? Iedere reactie is een reactie. PTD is nu live en die zeggen we kunnen niks meer, die weten hier dus niet vanaf? Het is nu of nooit
 
Ervan uitgaande dat Ingrid Michon als nr 15 op de kandidatenlijst van de VVD Kamerlid blijft, met vuurwerkgerelateerde zaken in de portefeuille:

Zou het niet goed zijn wanneer mevrouw wordt gebombardeerd met mails, waarin de vraag of dit is wat zij heeft bedoeld?

Geldt ook voor Bikker van de ChristenUnie overigens.

[email protected]
Ze was tot vorig jaar goed bereikbaar via mail, reageerde ook persoonlijk op vragen/mail. Antwoord was altijd “pro vuurwerk” ingesteld. Sinds dat de vvd om is nul reactie gehad! Persoonlijk heb ik echt het gevoel dat de voorwaarden die de vvd aan het verbod stelde een wassen neus zijn. Ik hoop dat ik er naast zit, maar ga uit van het tegenovergestelde.
 
Samenvatting van de relevante wettelijke randvoorwaarden:
  • Per ontheffing mag maximaal 200 kg verpakt F2-vuurwerk afgestoken worden.
  • Elke ontheffing: maximaal 8 ontbranders en 1–2 supervisors; veiligheidsplan en situatietekening verplicht; afsteekterrein moet aan strikte eisen voldoen.
  • Terbeschikkingstelling van dat F2-vuurwerk aan ontheffinghouders is slechts toegestaan op 31 december tussen 12:00–18:00; niet-ontbrand vuurwerk moet uiterlijk 1 januari 12:00 worden teruggeleverd.
  • Tijdens ontbranding is publiek buiten de veiligheidszone; elektronisch afsteken is niet toegestaan; opslag, toezicht en bereikbaarheid voor hulpdiensten zijn verplicht.
Deze randvoorwaarden vormen het kader voor alle onderstaande problemen/risico’s.


1) Schaarste aan locaties en onverenigbare veiligheidszones

  • De regels vereisen een geschikt afsteekterrein met een veiligheidszone die afhankelijk van type vuurwerk (PM-meters in het besluit) flink kan zijn. In dichtbebouwde steden of dorpskernen zijn zulke locaties schaars of ongeschikt; veel gemeenteterreinen, sportvelden of parken vallen af wegens nabijheid van kwetsbare gebouwen, dieren of brandbare objecten.
  • Als gemeenten meerdere ontheffingen per gemeente willen toestaan (om voldoende capaciteit te bieden), is er simpelweg fysiek vaak geen ruimte zonder nauwe overlast of risico’s; het besluit legt toetsing bij de burgemeester en lokale driehoek die snel tot afwijzing leidt als locaties niet aan strenge eisen voldoen.
Effect: veel aanvragen worden afgewezen of beperkt, waardoor slechts een fractie van de bevolking bereikt wordt.


2) Capaciteitsprobleem: 200 kg per ontheffing is minimaal voor veel groepen

  • 200 kg per ontheffing klinkt veel maar gedeeld over een wijk of dorp is dat betrekkelijk klein als alternatief voor tientallen tot honderden huishoudens die normaal vuurwerk willen afsteken. Een typische buurtbijeenkomst of 'buurtshow' van honderd huishoudens kan 200 kg snel opmaken; dat dwingt tot strikte selectie wie meedoet, of tot meerdere ontheffingen/locaties.
  • Meerdere ontheffingen per gemeente opschalen betekent veel meer locaties, vergunningstaken en handhaving (zie punten hieronder).
Effect: 200 kg limiet maakt shows of verenigingsafstanden ontoereikend om het individuele afsteken substantieel te vervangen.



3) Financiële onhaalbaarheid van grootschalige gemeentelijke shows

  • Gemeentelijke professionele shows (door externe bedrijven) kosten snel tienduizenden tot honderdduizenden euro’s per show (vuurwerk, pyrotechnici, vergunningen, inzet hulpdiensten, schoonmaak, verzekering). Het beleidskompas erkent uitvoerbaarheids- en kostenvraagstukken. Gemeenten hebben beperkte budgetruimte en veel andere prioriteiten; structureel op grote schaal aanbieden is dus duur en politiek kwetsbaar.
  • Als gemeenten geld willen vragen (ticketing) ontstaat sociale ongelijkheid: lage-inkomensgezinnen kunnen niet meedoen; gratis shows leiden tot massale aantallen bezoekers en dus extra veiligheidskosten (toezicht, crowd control, EHBO).
Effect: meeste gemeenten kunnen of willen dit niet betalen, of maken shows ontoegankelijk voor grote groepen.


4) Tekort aan professionele leveranciers en specialisten

  • Grootschalige gemeentelijke shows vereisen erkende professionele pyrotechnici, rigging-bedrijven, specialistische verzekering en vergunningstrajecten. De sector is niet evenredig groot in elk jaar en kan niet plots landelijk opschalen (personeel, materieel). Het beleidskompas en conceptbesluit sluiten aan bij professionele normen maar verwachten niet dat er overal voldoende capaciteit is.
Effect: veel gemeenten raken op wachtlijsten of krijgen geen betrouwbare aanbieders. Shows worden afgelast of van mindere kwaliteit, onrealistisch als nationaal alternatief.


5) Handhavings- en controlelast voor gemeenten sterk toegenomen

  • Elke ontheffing vereist veiligheidsplan, situatietekening, controles op terbeschikkingstelling en fysieke bewaking, plus mogelijk evenementenvergunningen (APV). Dit vergt extra ambtelijke uren en inzet van politie/brandweer bij veel locaties. Het beleidskompas erkent extra regeldruk.
  • Als er veel kleine verenigingsontheffingen komen, explodeert het aantal dossiers en controles. Handhaving kan het niet afdoende monitoren; intrekken van ontheffingen (bij verkeerd weer of overtredingen) is mogelijk, wat leidt tot ontevredenheid en juridische procedures.
Effect: bestuurlijke en handhavingscapaciteit wordt de beperkende factor; onrealistisch schaalbaar.


6) Weersafhankelijkheid en hoge kans op afgelastingen

  • Besluit geeft expliciet dat burgemeester onverwijld ontheffing kan intrekken bij weerscondities (harde wind, extreme droogte, mist). Veel regio’s hebben onvoorspelbaar weer eind december; bij twijfel wordt ontheffing teruggetrokken of show gestaakt.
  • Terugleveringseis (1 jan 12:00) plus terbeschikkingstelling op 31 dec korte venster geeft geen ruimte voor uitstel of verspreiding over meerdere avonden.
Effect: veel evenementen gaan op het laatste moment niet door organisatorische en financiële chaos (terugname vuurwerk, reiskosten publiek, reputatieschade).


7) Logistieke problemen: vervoer, opslag, nederlegging en terugname

  • Vuurwerk mag ter beschikking worden gesteld alleen op 31 dec (12–18u) en moet op locatie veilig worden neergelegd en bewaakt; vervoersregels (ADR) en etikettering blijven van toepassing. Dit vergt logistieke planning en extra (vaak commerciële) vervoerdiensten.
  • Retourlogistiek voor niet-ontbrand vuurwerk (terug naar de winkel op 1 jan) is kostbaar en complex. Verkopers moeten gratis terugnemen en administreren. Schade of claims (nat geworden, beschadigd) leiden tot geschillen.
Effect: voor veel verenigingen en kleine gemeenten praktisch onuitvoerbaar zonder commerciële partners en die partners hebben weinig financiële prikkel bij een sterk gekrompen markt.


8) Mobiliteit en sociale ongelijkheid

  • Alternatieven verplaatsen de afsteek-locatie vaak van ieders eigen straat naar een beperkt aantal locaties. Veel mensen (kinderen, ouderen, mensen zonder auto, mensen met kwetsbare honden) kunnen of willen niet reizen naar aangewezen plekken. Dat creëert ongelijkheid en verhoogt kans dat mensen illegaal (in de eigen buurt) toch vuurwerk kopen/afsteken of gebruik maken van F1 (fop/schertsvuurwerk) buiten de regels.
Effect: maatschappelijke onrust en non-compliance; het doel van veiliger jaarwisseling wordt deels ondermijnd.


9) Verkeersbelasting en aanvullende risico’s op wegen

  • Concentratie van bezoekers naar een beperkt aantal shows veroorzaakt extra autobewegingen, parkeeroverlast en verkeersdruk, juist in de nachtperiode en vaak op plekken waar hulpdiensten moeten kunnen doorrijden. Dat vergroot risico op ongevallen, ontruimingen en bemoeilijkt hulpdiensten. Het besluit vereist bereikbaarheid voor hulpdiensten bij afsteekterrein, maar in de praktijk leidt publiekstoeloop tot knelpunten.
Effect: meer verkeersincidenten en lastiger operationeel werk voor hulpverleners tegenstrijdig met veiligheidsdoelstelling.


10) Veiligheid en verzekerbaarheid: cumulatieve risico’s en aansprakelijkheid

  • Organisatoren (verenigingen) worden civiel aansprakelijk gehouden; verzekeraars moeten risico’s inschatten. Het beleidskompas en nota noemen het belang van aansprakelijkheidsverzekering, maar verzekeraars kunnen bij nieuwe, gedecentraliseerde opzet hoge premies of uitsluitingen hanteren, zeker bij korte opslag en veel locaties.
  • Kleine verenigingen hebben vaak geen ervaring met zulke claims, toezicht en risicomanagement; fouten (opstelling, toezicht, onbevoegden) leiden tot letsel/brand. Burgemeester kan intrekken, maar dan ontstaat juridische en financiële rompslomp.
Effect: veel verenigingen zullen afhaken of onverzekerd risico nemen; verzekeringsmarkt beperkt uitvoerbaarheid.


11) Marktverstoring: importeurs, detailhandel en illegale markten

  • Landelijk consumentenvuurwerkverbod vermindert afzet. Importeurs en verkooppunten verliezen markt en zullen lobbyen of zoeken naar alternatieven (export, illegale routes). Als legale verkoop sterk daalt, ontstaat onvermijdelijk een illegale parallelmarkt of verschuiving naar buitenlandse aankopen/online import — waardoor handhaving complexer wordt en het veiligheidsdoel wordt ondermijnd. Het beleidskompas erkent vermindering verkooppunten maar stelt dit aan de markt.
Effect: de alternatieven bestrijden niet automatisch de illegale consumptie; het risico op ongeregistreerd vuurwerk stijgt.


12) Complexe administratieve & juridische soep (en politieke risico’s)

  • De combinatie van nationale kaders en lokale beoordelingsruimte leidt tot versnippering van besluiten: gemeenten bepalen lokaal welke locaties, hoeveel ontheffingen; dat leidt tot ongelijkheid tussen gemeenten en juridische procedures tegen afwijzingen, intrekkingen en aansprakelijkheid. Het beleidskompas noemt deze knelpunten expliciet.
  • Politiek risicovol: burgemeesters die veel ontheffingen verlenen krijgen kritiek bij incidenten; burgemeesters die strikt zijn krijgen lokale onvrede. Daardoor komt het systeem onder politieke druk te staan en kunnen gemeenten terugschakelen of ontheffingen beperken.
Effect: beleidsvoering instabiel; op middellange termijn worden ontheffingen beperkt omdat de rompslomp en politieke kosten te hoog zijn.


13) Operationele limieten rond mensenkracht (ontbranders / supervisors)

  • Maximaal 8 ontbranders per ontheffing (en 1–2 supervisors). Dat beperkt gelijktijdig afsteken en vereist dat verenigingen betrouwbare, opgeleide mensen aandragen; e-learning wordt wel aangeboden, maar dat vervangt niet praktijkervaring.
  • Als veel kleine locaties worden opengesteld, moet veel vrijwilligers-personeel worden opgeleid en ingezet. Dit is een sterke organisatorische drempel.
Effect: kwaliteit en veiligheid variëren sterk tussen locaties; veel verenigingen halen dit organisatorisch niet.


14) Praktijkervaring: kans op niet-doorgang en reputatieschade

  • De combinatie van beperkte terbeschikkingstellingstijd, weersrisico, logistieke druk en streng toezicht zorgt dat een aanzienlijk percentage geplande ontheffingen op het laatste moment niet doorgaan. Dat leidt tot frustratie, financiële claims en aantasting draagvlak voor de regeling, precies wat het beleidskompas ook als risico noemt.
Effect: herhaalde afgelastingen ondermijnen acceptatie; verenigingen stoppen met organiseren.


15) Risico dat verenigingen introduceren om verbod te rechtvaardigen en vervolgens zelf beperkt worden

  • Zoals jij al suggereerde: een iteratief politiek proces is mogelijk waarbij verenigingen initieel als compromis worden toegestaan, maar doordat de uitvoering te complex/risicovol blijkt, worden beperkingen toch strenger of verdwijnen de ontheffingen. Het beleidskader bevat veel intrekkingsgronden en lokale discretionaire bevoegdheid. Een mechanisme dat kan leiden tot uitputting van de verenigingsroute.
Effect: verenigingen blijken in de praktijk onhoudbaar als structureel alternatief en worden op termijn aan banden gelegd.


Conclusie — waarom beide alternatieven geen reële, nationale vervanging zijn

  1. Fysieke & veiligheidsbeperkingen maken het onmogelijk om per gemeente en per buurt voldoende, veilige locaties te garanderen.
  2. 200 kg-limiet, en restricties op personen en tijdvensters, maken schaalvergroting niet effectief; veel groepen krijgen te weinig vuurwerk om ervaring of traditie te vervangen.
  3. Kosten, beschikbaarheid van professionals en verzekerbaarheid maken grootschalige gemeentelijke shows financieel en uitvoerbaar onrealistisch.
  4. Operationele en administratieve lasten (aanvragen, veiligheidsplannen, controles, terugname-logistiek, intrekkingen) vormen een administratieve bottleneck die gemeenten en verenigingen niet massaal kunnen dragen.
  5. Maatschappelijke ongelijkheid, mobiliteitsproblemen en toegenomen verkeers-/hulpverleningsrisico’s ondermijnen de sociale doelstelling van een veilige en inclusieve jaarwisseling.
  6. Weersafhankelijkheid, kans op afgelastingen en het ontstaan van illegale markten maken dat de alternatieven het huidige probleem (veiligheid, overlast) niet structureel oplossen.
 
"200 kilo en reeel alternatief voor een woonwijk die zelf
Samenvatting van de relevante wettelijke randvoorwaarden:
  • Per ontheffing mag maximaal 200 kg verpakt F2-vuurwerk afgestoken worden.
  • Elke ontheffing: maximaal 8 ontbranders en 1–2 supervisors; veiligheidsplan en situatietekening verplicht; afsteekterrein moet aan strikte eisen voldoen.
  • Terbeschikkingstelling van dat F2-vuurwerk aan ontheffinghouders is slechts toegestaan op 31 december tussen 12:00–18:00; niet-ontbrand vuurwerk moet uiterlijk 1 januari 12:00 worden teruggeleverd.
  • Tijdens ontbranding is publiek buiten de veiligheidszone; elektronisch afsteken is niet toegestaan; opslag, toezicht en bereikbaarheid voor hulpdiensten zijn verplicht.
Deze randvoorwaarden vormen het kader voor alle onderstaande problemen/risico’s.



1) Schaarste aan locaties en onverenigbare veiligheidszones

  • De regels vereisen een geschikt afsteekterrein met een veiligheidszone die afhankelijk van type vuurwerk (PM-meters in het besluit) flink kan zijn. In dichtbebouwde steden of dorpskernen zijn zulke locaties schaars of ongeschikt; veel gemeenteterreinen, sportvelden of parken vallen af wegens nabijheid van kwetsbare gebouwen, dieren of brandbare objecten.
  • Als gemeenten meerdere ontheffingen per gemeente willen toestaan (om voldoende capaciteit te bieden), is er simpelweg fysiek vaak geen ruimte zonder nauwe overlast of risico’s; het besluit legt toetsing bij de burgemeester en lokale driehoek die snel tot afwijzing leidt als locaties niet aan strenge eisen voldoen.
Effect: veel aanvragen worden afgewezen of beperkt, waardoor slechts een fractie van de bevolking bereikt wordt.



2) Capaciteitsprobleem: 200 kg per ontheffing is minimaal voor veel groepen

  • 200 kg per ontheffing klinkt veel maar gedeeld over een wijk of dorp is dat betrekkelijk klein als alternatief voor tientallen tot honderden huishoudens die normaal vuurwerk willen afsteken. Een typische buurtbijeenkomst of 'buurtshow' van honderd huishoudens kan 200 kg snel opmaken; dat dwingt tot strikte selectie wie meedoet, of tot meerdere ontheffingen/locaties.
  • Meerdere ontheffingen per gemeente opschalen betekent veel meer locaties, vergunningstaken en handhaving (zie punten hieronder).
Effect: 200 kg limiet maakt shows of verenigingsafstanden ontoereikend om het individuele afsteken substantieel te vervangen.




3) Financiële onhaalbaarheid van grootschalige gemeentelijke shows

  • Gemeentelijke professionele shows (door externe bedrijven) kosten snel tienduizenden tot honderdduizenden euro’s per show (vuurwerk, pyrotechnici, vergunningen, inzet hulpdiensten, schoonmaak, verzekering). Het beleidskompas erkent uitvoerbaarheids- en kostenvraagstukken. Gemeenten hebben beperkte budgetruimte en veel andere prioriteiten; structureel op grote schaal aanbieden is dus duur en politiek kwetsbaar.
  • Als gemeenten geld willen vragen (ticketing) ontstaat sociale ongelijkheid: lage-inkomensgezinnen kunnen niet meedoen; gratis shows leiden tot massale aantallen bezoekers en dus extra veiligheidskosten (toezicht, crowd control, EHBO).
Effect: meeste gemeenten kunnen of willen dit niet betalen, of maken shows ontoegankelijk voor grote groepen.



4) Tekort aan professionele leveranciers en specialisten

  • Grootschalige gemeentelijke shows vereisen erkende professionele pyrotechnici, rigging-bedrijven, specialistische verzekering en vergunningstrajecten. De sector is niet evenredig groot in elk jaar en kan niet plots landelijk opschalen (personeel, materieel). Het beleidskompas en conceptbesluit sluiten aan bij professionele normen maar verwachten niet dat er overal voldoende capaciteit is.
Effect: veel gemeenten raken op wachtlijsten of krijgen geen betrouwbare aanbieders. Shows worden afgelast of van mindere kwaliteit, onrealistisch als nationaal alternatief.



5) Handhavings- en controlelast voor gemeenten sterk toegenomen

  • Elke ontheffing vereist veiligheidsplan, situatietekening, controles op terbeschikkingstelling en fysieke bewaking, plus mogelijk evenementenvergunningen (APV). Dit vergt extra ambtelijke uren en inzet van politie/brandweer bij veel locaties. Het beleidskompas erkent extra regeldruk.
  • Als er veel kleine verenigingsontheffingen komen, explodeert het aantal dossiers en controles. Handhaving kan het niet afdoende monitoren; intrekken van ontheffingen (bij verkeerd weer of overtredingen) is mogelijk, wat leidt tot ontevredenheid en juridische procedures.
Effect: bestuurlijke en handhavingscapaciteit wordt de beperkende factor; onrealistisch schaalbaar.



6) Weersafhankelijkheid en hoge kans op afgelastingen

  • Besluit geeft expliciet dat burgemeester onverwijld ontheffing kan intrekken bij weerscondities (harde wind, extreme droogte, mist). Veel regio’s hebben onvoorspelbaar weer eind december; bij twijfel wordt ontheffing teruggetrokken of show gestaakt.
  • Terugleveringseis (1 jan 12:00) plus terbeschikkingstelling op 31 dec korte venster geeft geen ruimte voor uitstel of verspreiding over meerdere avonden.
Effect: veel evenementen gaan op het laatste moment niet door organisatorische en financiële chaos (terugname vuurwerk, reiskosten publiek, reputatieschade).



7) Logistieke problemen: vervoer, opslag, nederlegging en terugname

  • Vuurwerk mag ter beschikking worden gesteld alleen op 31 dec (12–18u) en moet op locatie veilig worden neergelegd en bewaakt; vervoersregels (ADR) en etikettering blijven van toepassing. Dit vergt logistieke planning en extra (vaak commerciële) vervoerdiensten.
  • Retourlogistiek voor niet-ontbrand vuurwerk (terug naar de winkel op 1 jan) is kostbaar en complex. Verkopers moeten gratis terugnemen en administreren. Schade of claims (nat geworden, beschadigd) leiden tot geschillen.
Effect: voor veel verenigingen en kleine gemeenten praktisch onuitvoerbaar zonder commerciële partners en die partners hebben weinig financiële prikkel bij een sterk gekrompen markt.



8) Mobiliteit en sociale ongelijkheid

  • Alternatieven verplaatsen de afsteek-locatie vaak van ieders eigen straat naar een beperkt aantal locaties. Veel mensen (kinderen, ouderen, mensen zonder auto, mensen met kwetsbare honden) kunnen of willen niet reizen naar aangewezen plekken. Dat creëert ongelijkheid en verhoogt kans dat mensen illegaal (in de eigen buurt) toch vuurwerk kopen/afsteken of gebruik maken van F1 (fop/schertsvuurwerk) buiten de regels.
Effect: maatschappelijke onrust en non-compliance; het doel van veiliger jaarwisseling wordt deels ondermijnd.



9) Verkeersbelasting en aanvullende risico’s op wegen

  • Concentratie van bezoekers naar een beperkt aantal shows veroorzaakt extra autobewegingen, parkeeroverlast en verkeersdruk, juist in de nachtperiode en vaak op plekken waar hulpdiensten moeten kunnen doorrijden. Dat vergroot risico op ongevallen, ontruimingen en bemoeilijkt hulpdiensten. Het besluit vereist bereikbaarheid voor hulpdiensten bij afsteekterrein, maar in de praktijk leidt publiekstoeloop tot knelpunten.
Effect: meer verkeersincidenten en lastiger operationeel werk voor hulpverleners tegenstrijdig met veiligheidsdoelstelling.



10) Veiligheid en verzekerbaarheid: cumulatieve risico’s en aansprakelijkheid

  • Organisatoren (verenigingen) worden civiel aansprakelijk gehouden; verzekeraars moeten risico’s inschatten. Het beleidskompas en nota noemen het belang van aansprakelijkheidsverzekering, maar verzekeraars kunnen bij nieuwe, gedecentraliseerde opzet hoge premies of uitsluitingen hanteren, zeker bij korte opslag en veel locaties.
  • Kleine verenigingen hebben vaak geen ervaring met zulke claims, toezicht en risicomanagement; fouten (opstelling, toezicht, onbevoegden) leiden tot letsel/brand. Burgemeester kan intrekken, maar dan ontstaat juridische en financiële rompslomp.
Effect: veel verenigingen zullen afhaken of onverzekerd risico nemen; verzekeringsmarkt beperkt uitvoerbaarheid.



11) Marktverstoring: importeurs, detailhandel en illegale markten

  • Landelijk consumentenvuurwerkverbod vermindert afzet. Importeurs en verkooppunten verliezen markt en zullen lobbyen of zoeken naar alternatieven (export, illegale routes). Als legale verkoop sterk daalt, ontstaat onvermijdelijk een illegale parallelmarkt of verschuiving naar buitenlandse aankopen/online import — waardoor handhaving complexer wordt en het veiligheidsdoel wordt ondermijnd. Het beleidskompas erkent vermindering verkooppunten maar stelt dit aan de markt.
Effect: de alternatieven bestrijden niet automatisch de illegale consumptie; het risico op ongeregistreerd vuurwerk stijgt.



12) Complexe administratieve & juridische soep (en politieke risico’s)

  • De combinatie van nationale kaders en lokale beoordelingsruimte leidt tot versnippering van besluiten: gemeenten bepalen lokaal welke locaties, hoeveel ontheffingen; dat leidt tot ongelijkheid tussen gemeenten en juridische procedures tegen afwijzingen, intrekkingen en aansprakelijkheid. Het beleidskompas noemt deze knelpunten expliciet.
  • Politiek risicovol: burgemeesters die veel ontheffingen verlenen krijgen kritiek bij incidenten; burgemeesters die strikt zijn krijgen lokale onvrede. Daardoor komt het systeem onder politieke druk te staan en kunnen gemeenten terugschakelen of ontheffingen beperken.
Effect: beleidsvoering instabiel; op middellange termijn worden ontheffingen beperkt omdat de rompslomp en politieke kosten te hoog zijn.



13) Operationele limieten rond mensenkracht (ontbranders / supervisors)

  • Maximaal 8 ontbranders per ontheffing (en 1–2 supervisors). Dat beperkt gelijktijdig afsteken en vereist dat verenigingen betrouwbare, opgeleide mensen aandragen; e-learning wordt wel aangeboden, maar dat vervangt niet praktijkervaring.
  • Als veel kleine locaties worden opengesteld, moet veel vrijwilligers-personeel worden opgeleid en ingezet. Dit is een sterke organisatorische drempel.
Effect: kwaliteit en veiligheid variëren sterk tussen locaties; veel verenigingen halen dit organisatorisch niet.



14) Praktijkervaring: kans op niet-doorgang en reputatieschade

  • De combinatie van beperkte terbeschikkingstellingstijd, weersrisico, logistieke druk en streng toezicht zorgt dat een aanzienlijk percentage geplande ontheffingen op het laatste moment niet doorgaan. Dat leidt tot frustratie, financiële claims en aantasting draagvlak voor de regeling, precies wat het beleidskompas ook als risico noemt.
Effect: herhaalde afgelastingen ondermijnen acceptatie; verenigingen stoppen met organiseren.



15) Risico dat verenigingen introduceren om verbod te rechtvaardigen en vervolgens zelf beperkt worden

  • Zoals jij al suggereerde: een iteratief politiek proces is mogelijk waarbij verenigingen initieel als compromis worden toegestaan, maar doordat de uitvoering te complex/risicovol blijkt, worden beperkingen toch strenger of verdwijnen de ontheffingen. Het beleidskader bevat veel intrekkingsgronden en lokale discretionaire bevoegdheid. Een mechanisme dat kan leiden tot uitputting van de verenigingsroute.
Effect: verenigingen blijken in de praktijk onhoudbaar als structureel alternatief en worden op termijn aan banden gelegd.



Conclusie — waarom beide alternatieven geen reële, nationale vervanging zijn

  1. Fysieke & veiligheidsbeperkingen maken het onmogelijk om per gemeente en per buurt voldoende, veilige locaties te garanderen.
  2. 200 kg-limiet, en restricties op personen en tijdvensters, maken schaalvergroting niet effectief; veel groepen krijgen te weinig vuurwerk om ervaring of traditie te vervangen.
  3. Kosten, beschikbaarheid van professionals en verzekerbaarheid maken grootschalige gemeentelijke shows financieel en uitvoerbaar onrealistisch.
  4. Operationele en administratieve lasten (aanvragen, veiligheidsplannen, controles, terugname-logistiek, intrekkingen) vormen een administratieve bottleneck die gemeenten en verenigingen niet massaal kunnen dragen.
  5. Maatschappelijke ongelijkheid, mobiliteitsproblemen en toegenomen verkeers-/hulpverleningsrisico’s ondermijnen de sociale doelstelling van een veilige en inclusieve jaarwisseling.
  6. Weersafhankelijkheid, kans op afgelastingen en het ontstaan van illegale markten maken dat de alternatieven het huidige probleem (veiligheid, overlast) niet structureel oplossen.
Bedankt voor dit doorposten man!..

"
  • 200 kg per ontheffing klinkt veel maar gedeeld over een wijk of dorp is dat betrekkelijk klein als alternatief voor tientallen tot honderden huishoudens die normaal vuurwerk willen afsteken. Een typische buurtbijeenkomst of 'buurtshow' van honderd huishoudens kan 200 kg snel opmaken; dat dwingt tot strikte selectie wie meedoet, of tot meerdere ontheffingen/locaties."
Bah...laat maar weer. Als ik dit verder doorlees zie ik dat verzekeren lastig word...tsja

Ze naaien ons als brave f2 31 12 18.00-0200 afstekers er weer bij.

Dit was de enige speciale feestavond voor mij al sinds 1982. Elke x genoten van de voorpret en de lijstjes invullen...ik baal erg echt heel erg van.

Ik waardeer zeker de inspanningen om toch nog iets te kunnen doen, maar ik denk dat dit niet werkbaar gaat zijn...
 
"200 kilo en reeel alternatief voor een woonwijk die zelf

Bedankt voor dit doorposten man!..

"
  • 200 kg per ontheffing klinkt veel maar gedeeld over een wijk of dorp is dat betrekkelijk klein als alternatief voor tientallen tot honderden huishoudens die normaal vuurwerk willen afsteken. Een typische buurtbijeenkomst of 'buurtshow' van honderd huishoudens kan 200 kg snel opmaken; dat dwingt tot strikte selectie wie meedoet, of tot meerdere ontheffingen/locaties."
Bah...laat maar weer. Als ik dit verder doorlees zie ik dat verzekeren lastig word...tsja

Ze naaien ons als brave f2 31 12 18.00-0200 afstekers er weer bij.

Dit was de enige speciale feestavond voor mij al sinds 1982. Elke x genoten van de voorpret en de lijstjes invullen...ik baal erg echt heel erg van.

Ik waardeer zeker de inspanningen om toch nog iets te kunnen doen, maar ik denk dat dit niet werkbaar gaat zijn...
Kansloos inderdaad, precies zoals ze het willen.
 
Kvk, verzekering, tekening, brandblusmiddelen, evenementenvergunning. Ze vragen nogal wat. Je kan dan nog beter met de familie een paar honderd euro uitgeven aan 2 of 3 hotelovernachtingen in Duitsland of Polen. Daar 2 dagen lang een winkeltocht doen en je kofferbak volgooien en dan bij je hotelletje de 31ste gezellig mee stoken met de rest van de buurt.
 
Kvk, verzekering, tekening, brandblusmiddelen, evenementenvergunning. Ze vragen nogal wat. Je kan dan nog beter met de familie een paar honderd euro uitgeven aan 2 of 3 hotelovernachtingen in Duitsland of Polen. Daar 2 dagen lang een winkeltocht doen en je kofferbak volgooien en dan bij je hotelletje de 31ste gezellig mee stoken met de rest van de buurt.
Of suriname....,))
 
Kansloos inderdaad, precies zoals ze het willen.
Ik sluit me er bij aan, 5 keer doorgelezen. Ik kwam tot 1 conclusie "kansloos inderdaad" dat ze het zo wouden dat wist ik al van onze burgervader voor het plan er was geschreven, alleen toen moest ik niet zo negatief doen. Doe scenario 1 en 2 maar geen van beide. Internetconsultatie ingevuld gisteren al, hoe kansloos het wel niet is.

Dan ga ik ook liever weg op vakantie om daar oudjaar te vieren, i.p.v een dure papieren tijger op orde te krijgen.
 
Ik sluit me er bij aan, 5 keer doorgelezen. Ik kwam tot 1 conclusie "kansloos inderdaad" dat ze het zo wouden dat wist ik al van onze burgervader voor het plan er was geschreven, alleen toen moest ik niet zo negatief doen. Doe scenario 1 en 2 maar geen van beide. Internetconsultatie ingevuld gisteren al, hoe kansloos het wel niet is.

Dan ga ik ook liever weg op vakantie om daar oudjaar te vieren, i.p.v een dure papieren tijger op orde te krijgen.
Ontmoedigingsbeleid heet dat.
 
Samenvatting van de relevante wettelijke randvoorwaarden:
  • Per ontheffing mag maximaal 200 kg verpakt F2-vuurwerk afgestoken worden.
  • Elke ontheffing: maximaal 8 ontbranders en 1–2 supervisors; veiligheidsplan en situatietekening verplicht; afsteekterrein moet aan strikte eisen voldoen.
  • Terbeschikkingstelling van dat F2-vuurwerk aan ontheffinghouders is slechts toegestaan op 31 december tussen 12:00–18:00; niet-ontbrand vuurwerk moet uiterlijk 1 januari 12:00 worden teruggeleverd.
  • Tijdens ontbranding is publiek buiten de veiligheidszone; elektronisch afsteken is niet toegestaan; opslag, toezicht en bereikbaarheid voor hulpdiensten zijn verplicht.
Deze randvoorwaarden vormen het kader voor alle onderstaande problemen/risico’s.



1) Schaarste aan locaties en onverenigbare veiligheidszones

  • De regels vereisen een geschikt afsteekterrein met een veiligheidszone die afhankelijk van type vuurwerk (PM-meters in het besluit) flink kan zijn. In dichtbebouwde steden of dorpskernen zijn zulke locaties schaars of ongeschikt; veel gemeenteterreinen, sportvelden of parken vallen af wegens nabijheid van kwetsbare gebouwen, dieren of brandbare objecten.
  • Als gemeenten meerdere ontheffingen per gemeente willen toestaan (om voldoende capaciteit te bieden), is er simpelweg fysiek vaak geen ruimte zonder nauwe overlast of risico’s; het besluit legt toetsing bij de burgemeester en lokale driehoek die snel tot afwijzing leidt als locaties niet aan strenge eisen voldoen.
Effect: veel aanvragen worden afgewezen of beperkt, waardoor slechts een fractie van de bevolking bereikt wordt.



2) Capaciteitsprobleem: 200 kg per ontheffing is minimaal voor veel groepen

  • 200 kg per ontheffing klinkt veel maar gedeeld over een wijk of dorp is dat betrekkelijk klein als alternatief voor tientallen tot honderden huishoudens die normaal vuurwerk willen afsteken. Een typische buurtbijeenkomst of 'buurtshow' van honderd huishoudens kan 200 kg snel opmaken; dat dwingt tot strikte selectie wie meedoet, of tot meerdere ontheffingen/locaties.
  • Meerdere ontheffingen per gemeente opschalen betekent veel meer locaties, vergunningstaken en handhaving (zie punten hieronder).
Effect: 200 kg limiet maakt shows of verenigingsafstanden ontoereikend om het individuele afsteken substantieel te vervangen.




3) Financiële onhaalbaarheid van grootschalige gemeentelijke shows

  • Gemeentelijke professionele shows (door externe bedrijven) kosten snel tienduizenden tot honderdduizenden euro’s per show (vuurwerk, pyrotechnici, vergunningen, inzet hulpdiensten, schoonmaak, verzekering). Het beleidskompas erkent uitvoerbaarheids- en kostenvraagstukken. Gemeenten hebben beperkte budgetruimte en veel andere prioriteiten; structureel op grote schaal aanbieden is dus duur en politiek kwetsbaar.
  • Als gemeenten geld willen vragen (ticketing) ontstaat sociale ongelijkheid: lage-inkomensgezinnen kunnen niet meedoen; gratis shows leiden tot massale aantallen bezoekers en dus extra veiligheidskosten (toezicht, crowd control, EHBO).
Effect: meeste gemeenten kunnen of willen dit niet betalen, of maken shows ontoegankelijk voor grote groepen.



4) Tekort aan professionele leveranciers en specialisten

  • Grootschalige gemeentelijke shows vereisen erkende professionele pyrotechnici, rigging-bedrijven, specialistische verzekering en vergunningstrajecten. De sector is niet evenredig groot in elk jaar en kan niet plots landelijk opschalen (personeel, materieel). Het beleidskompas en conceptbesluit sluiten aan bij professionele normen maar verwachten niet dat er overal voldoende capaciteit is.
Effect: veel gemeenten raken op wachtlijsten of krijgen geen betrouwbare aanbieders. Shows worden afgelast of van mindere kwaliteit, onrealistisch als nationaal alternatief.



5) Handhavings- en controlelast voor gemeenten sterk toegenomen

  • Elke ontheffing vereist veiligheidsplan, situatietekening, controles op terbeschikkingstelling en fysieke bewaking, plus mogelijk evenementenvergunningen (APV). Dit vergt extra ambtelijke uren en inzet van politie/brandweer bij veel locaties. Het beleidskompas erkent extra regeldruk.
  • Als er veel kleine verenigingsontheffingen komen, explodeert het aantal dossiers en controles. Handhaving kan het niet afdoende monitoren; intrekken van ontheffingen (bij verkeerd weer of overtredingen) is mogelijk, wat leidt tot ontevredenheid en juridische procedures.
Effect: bestuurlijke en handhavingscapaciteit wordt de beperkende factor; onrealistisch schaalbaar.



6) Weersafhankelijkheid en hoge kans op afgelastingen

  • Besluit geeft expliciet dat burgemeester onverwijld ontheffing kan intrekken bij weerscondities (harde wind, extreme droogte, mist). Veel regio’s hebben onvoorspelbaar weer eind december; bij twijfel wordt ontheffing teruggetrokken of show gestaakt.
  • Terugleveringseis (1 jan 12:00) plus terbeschikkingstelling op 31 dec korte venster geeft geen ruimte voor uitstel of verspreiding over meerdere avonden.
Effect: veel evenementen gaan op het laatste moment niet door organisatorische en financiële chaos (terugname vuurwerk, reiskosten publiek, reputatieschade).



7) Logistieke problemen: vervoer, opslag, nederlegging en terugname

  • Vuurwerk mag ter beschikking worden gesteld alleen op 31 dec (12–18u) en moet op locatie veilig worden neergelegd en bewaakt; vervoersregels (ADR) en etikettering blijven van toepassing. Dit vergt logistieke planning en extra (vaak commerciële) vervoerdiensten.
  • Retourlogistiek voor niet-ontbrand vuurwerk (terug naar de winkel op 1 jan) is kostbaar en complex. Verkopers moeten gratis terugnemen en administreren. Schade of claims (nat geworden, beschadigd) leiden tot geschillen.
Effect: voor veel verenigingen en kleine gemeenten praktisch onuitvoerbaar zonder commerciële partners en die partners hebben weinig financiële prikkel bij een sterk gekrompen markt.



8) Mobiliteit en sociale ongelijkheid

  • Alternatieven verplaatsen de afsteek-locatie vaak van ieders eigen straat naar een beperkt aantal locaties. Veel mensen (kinderen, ouderen, mensen zonder auto, mensen met kwetsbare honden) kunnen of willen niet reizen naar aangewezen plekken. Dat creëert ongelijkheid en verhoogt kans dat mensen illegaal (in de eigen buurt) toch vuurwerk kopen/afsteken of gebruik maken van F1 (fop/schertsvuurwerk) buiten de regels.
Effect: maatschappelijke onrust en non-compliance; het doel van veiliger jaarwisseling wordt deels ondermijnd.



9) Verkeersbelasting en aanvullende risico’s op wegen

  • Concentratie van bezoekers naar een beperkt aantal shows veroorzaakt extra autobewegingen, parkeeroverlast en verkeersdruk, juist in de nachtperiode en vaak op plekken waar hulpdiensten moeten kunnen doorrijden. Dat vergroot risico op ongevallen, ontruimingen en bemoeilijkt hulpdiensten. Het besluit vereist bereikbaarheid voor hulpdiensten bij afsteekterrein, maar in de praktijk leidt publiekstoeloop tot knelpunten.
Effect: meer verkeersincidenten en lastiger operationeel werk voor hulpverleners tegenstrijdig met veiligheidsdoelstelling.



10) Veiligheid en verzekerbaarheid: cumulatieve risico’s en aansprakelijkheid

  • Organisatoren (verenigingen) worden civiel aansprakelijk gehouden; verzekeraars moeten risico’s inschatten. Het beleidskompas en nota noemen het belang van aansprakelijkheidsverzekering, maar verzekeraars kunnen bij nieuwe, gedecentraliseerde opzet hoge premies of uitsluitingen hanteren, zeker bij korte opslag en veel locaties.
  • Kleine verenigingen hebben vaak geen ervaring met zulke claims, toezicht en risicomanagement; fouten (opstelling, toezicht, onbevoegden) leiden tot letsel/brand. Burgemeester kan intrekken, maar dan ontstaat juridische en financiële rompslomp.
Effect: veel verenigingen zullen afhaken of onverzekerd risico nemen; verzekeringsmarkt beperkt uitvoerbaarheid.



11) Marktverstoring: importeurs, detailhandel en illegale markten

  • Landelijk consumentenvuurwerkverbod vermindert afzet. Importeurs en verkooppunten verliezen markt en zullen lobbyen of zoeken naar alternatieven (export, illegale routes). Als legale verkoop sterk daalt, ontstaat onvermijdelijk een illegale parallelmarkt of verschuiving naar buitenlandse aankopen/online import — waardoor handhaving complexer wordt en het veiligheidsdoel wordt ondermijnd. Het beleidskompas erkent vermindering verkooppunten maar stelt dit aan de markt.
Effect: de alternatieven bestrijden niet automatisch de illegale consumptie; het risico op ongeregistreerd vuurwerk stijgt.



12) Complexe administratieve & juridische soep (en politieke risico’s)

  • De combinatie van nationale kaders en lokale beoordelingsruimte leidt tot versnippering van besluiten: gemeenten bepalen lokaal welke locaties, hoeveel ontheffingen; dat leidt tot ongelijkheid tussen gemeenten en juridische procedures tegen afwijzingen, intrekkingen en aansprakelijkheid. Het beleidskompas noemt deze knelpunten expliciet.
  • Politiek risicovol: burgemeesters die veel ontheffingen verlenen krijgen kritiek bij incidenten; burgemeesters die strikt zijn krijgen lokale onvrede. Daardoor komt het systeem onder politieke druk te staan en kunnen gemeenten terugschakelen of ontheffingen beperken.
Effect: beleidsvoering instabiel; op middellange termijn worden ontheffingen beperkt omdat de rompslomp en politieke kosten te hoog zijn.



13) Operationele limieten rond mensenkracht (ontbranders / supervisors)

  • Maximaal 8 ontbranders per ontheffing (en 1–2 supervisors). Dat beperkt gelijktijdig afsteken en vereist dat verenigingen betrouwbare, opgeleide mensen aandragen; e-learning wordt wel aangeboden, maar dat vervangt niet praktijkervaring.
  • Als veel kleine locaties worden opengesteld, moet veel vrijwilligers-personeel worden opgeleid en ingezet. Dit is een sterke organisatorische drempel.
Effect: kwaliteit en veiligheid variëren sterk tussen locaties; veel verenigingen halen dit organisatorisch niet.



14) Praktijkervaring: kans op niet-doorgang en reputatieschade

  • De combinatie van beperkte terbeschikkingstellingstijd, weersrisico, logistieke druk en streng toezicht zorgt dat een aanzienlijk percentage geplande ontheffingen op het laatste moment niet doorgaan. Dat leidt tot frustratie, financiële claims en aantasting draagvlak voor de regeling, precies wat het beleidskompas ook als risico noemt.
Effect: herhaalde afgelastingen ondermijnen acceptatie; verenigingen stoppen met organiseren.



15) Risico dat verenigingen introduceren om verbod te rechtvaardigen en vervolgens zelf beperkt worden

  • Zoals jij al suggereerde: een iteratief politiek proces is mogelijk waarbij verenigingen initieel als compromis worden toegestaan, maar doordat de uitvoering te complex/risicovol blijkt, worden beperkingen toch strenger of verdwijnen de ontheffingen. Het beleidskader bevat veel intrekkingsgronden en lokale discretionaire bevoegdheid. Een mechanisme dat kan leiden tot uitputting van de verenigingsroute.
Effect: verenigingen blijken in de praktijk onhoudbaar als structureel alternatief en worden op termijn aan banden gelegd.



Conclusie — waarom beide alternatieven geen reële, nationale vervanging zijn

  1. Fysieke & veiligheidsbeperkingen maken het onmogelijk om per gemeente en per buurt voldoende, veilige locaties te garanderen.
  2. 200 kg-limiet, en restricties op personen en tijdvensters, maken schaalvergroting niet effectief; veel groepen krijgen te weinig vuurwerk om ervaring of traditie te vervangen.
  3. Kosten, beschikbaarheid van professionals en verzekerbaarheid maken grootschalige gemeentelijke shows financieel en uitvoerbaar onrealistisch.
  4. Operationele en administratieve lasten (aanvragen, veiligheidsplannen, controles, terugname-logistiek, intrekkingen) vormen een administratieve bottleneck die gemeenten en verenigingen niet massaal kunnen dragen.
  5. Maatschappelijke ongelijkheid, mobiliteitsproblemen en toegenomen verkeers-/hulpverleningsrisico’s ondermijnen de sociale doelstelling van een veilige en inclusieve jaarwisseling.
  6. Weersafhankelijkheid, kans op afgelastingen en het ontstaan van illegale markten maken dat de alternatieven het huidige probleem (veiligheid, overlast) niet structureel oplossen.
Deze zo inzenden dan maar? Slaat het precies op de kop.
 
Samenvatting van de relevante wettelijke randvoorwaarden:
  • Per ontheffing mag maximaal 200 kg verpakt F2-vuurwerk afgestoken worden.
  • Elke ontheffing: maximaal 8 ontbranders en 1–2 supervisors; veiligheidsplan en situatietekening verplicht; afsteekterrein moet aan strikte eisen voldoen.
  • Terbeschikkingstelling van dat F2-vuurwerk aan ontheffinghouders is slechts toegestaan op 31 december tussen 12:00–18:00; niet-ontbrand vuurwerk moet uiterlijk 1 januari 12:00 worden teruggeleverd.
  • Tijdens ontbranding is publiek buiten de veiligheidszone; elektronisch afsteken is niet toegestaan; opslag, toezicht en bereikbaarheid voor hulpdiensten zijn verplicht.
Deze randvoorwaarden vormen het kader voor alle onderstaande problemen/risico’s.



1) Schaarste aan locaties en onverenigbare veiligheidszones

  • De regels vereisen een geschikt afsteekterrein met een veiligheidszone die afhankelijk van type vuurwerk (PM-meters in het besluit) flink kan zijn. In dichtbebouwde steden of dorpskernen zijn zulke locaties schaars of ongeschikt; veel gemeenteterreinen, sportvelden of parken vallen af wegens nabijheid van kwetsbare gebouwen, dieren of brandbare objecten.
  • Als gemeenten meerdere ontheffingen per gemeente willen toestaan (om voldoende capaciteit te bieden), is er simpelweg fysiek vaak geen ruimte zonder nauwe overlast of risico’s; het besluit legt toetsing bij de burgemeester en lokale driehoek die snel tot afwijzing leidt als locaties niet aan strenge eisen voldoen.
Effect: veel aanvragen worden afgewezen of beperkt, waardoor slechts een fractie van de bevolking bereikt wordt.



2) Capaciteitsprobleem: 200 kg per ontheffing is minimaal voor veel groepen

  • 200 kg per ontheffing klinkt veel maar gedeeld over een wijk of dorp is dat betrekkelijk klein als alternatief voor tientallen tot honderden huishoudens die normaal vuurwerk willen afsteken. Een typische buurtbijeenkomst of 'buurtshow' van honderd huishoudens kan 200 kg snel opmaken; dat dwingt tot strikte selectie wie meedoet, of tot meerdere ontheffingen/locaties.
  • Meerdere ontheffingen per gemeente opschalen betekent veel meer locaties, vergunningstaken en handhaving (zie punten hieronder).
Effect: 200 kg limiet maakt shows of verenigingsafstanden ontoereikend om het individuele afsteken substantieel te vervangen.




3) Financiële onhaalbaarheid van grootschalige gemeentelijke shows

  • Gemeentelijke professionele shows (door externe bedrijven) kosten snel tienduizenden tot honderdduizenden euro’s per show (vuurwerk, pyrotechnici, vergunningen, inzet hulpdiensten, schoonmaak, verzekering). Het beleidskompas erkent uitvoerbaarheids- en kostenvraagstukken. Gemeenten hebben beperkte budgetruimte en veel andere prioriteiten; structureel op grote schaal aanbieden is dus duur en politiek kwetsbaar.
  • Als gemeenten geld willen vragen (ticketing) ontstaat sociale ongelijkheid: lage-inkomensgezinnen kunnen niet meedoen; gratis shows leiden tot massale aantallen bezoekers en dus extra veiligheidskosten (toezicht, crowd control, EHBO).
Effect: meeste gemeenten kunnen of willen dit niet betalen, of maken shows ontoegankelijk voor grote groepen.



4) Tekort aan professionele leveranciers en specialisten

  • Grootschalige gemeentelijke shows vereisen erkende professionele pyrotechnici, rigging-bedrijven, specialistische verzekering en vergunningstrajecten. De sector is niet evenredig groot in elk jaar en kan niet plots landelijk opschalen (personeel, materieel). Het beleidskompas en conceptbesluit sluiten aan bij professionele normen maar verwachten niet dat er overal voldoende capaciteit is.
Effect: veel gemeenten raken op wachtlijsten of krijgen geen betrouwbare aanbieders. Shows worden afgelast of van mindere kwaliteit, onrealistisch als nationaal alternatief.



5) Handhavings- en controlelast voor gemeenten sterk toegenomen

  • Elke ontheffing vereist veiligheidsplan, situatietekening, controles op terbeschikkingstelling en fysieke bewaking, plus mogelijk evenementenvergunningen (APV). Dit vergt extra ambtelijke uren en inzet van politie/brandweer bij veel locaties. Het beleidskompas erkent extra regeldruk.
  • Als er veel kleine verenigingsontheffingen komen, explodeert het aantal dossiers en controles. Handhaving kan het niet afdoende monitoren; intrekken van ontheffingen (bij verkeerd weer of overtredingen) is mogelijk, wat leidt tot ontevredenheid en juridische procedures.
Effect: bestuurlijke en handhavingscapaciteit wordt de beperkende factor; onrealistisch schaalbaar.



6) Weersafhankelijkheid en hoge kans op afgelastingen

  • Besluit geeft expliciet dat burgemeester onverwijld ontheffing kan intrekken bij weerscondities (harde wind, extreme droogte, mist). Veel regio’s hebben onvoorspelbaar weer eind december; bij twijfel wordt ontheffing teruggetrokken of show gestaakt.
  • Terugleveringseis (1 jan 12:00) plus terbeschikkingstelling op 31 dec korte venster geeft geen ruimte voor uitstel of verspreiding over meerdere avonden.
Effect: veel evenementen gaan op het laatste moment niet door organisatorische en financiële chaos (terugname vuurwerk, reiskosten publiek, reputatieschade).



7) Logistieke problemen: vervoer, opslag, nederlegging en terugname

  • Vuurwerk mag ter beschikking worden gesteld alleen op 31 dec (12–18u) en moet op locatie veilig worden neergelegd en bewaakt; vervoersregels (ADR) en etikettering blijven van toepassing. Dit vergt logistieke planning en extra (vaak commerciële) vervoerdiensten.
  • Retourlogistiek voor niet-ontbrand vuurwerk (terug naar de winkel op 1 jan) is kostbaar en complex. Verkopers moeten gratis terugnemen en administreren. Schade of claims (nat geworden, beschadigd) leiden tot geschillen.
Effect: voor veel verenigingen en kleine gemeenten praktisch onuitvoerbaar zonder commerciële partners en die partners hebben weinig financiële prikkel bij een sterk gekrompen markt.



8) Mobiliteit en sociale ongelijkheid

  • Alternatieven verplaatsen de afsteek-locatie vaak van ieders eigen straat naar een beperkt aantal locaties. Veel mensen (kinderen, ouderen, mensen zonder auto, mensen met kwetsbare honden) kunnen of willen niet reizen naar aangewezen plekken. Dat creëert ongelijkheid en verhoogt kans dat mensen illegaal (in de eigen buurt) toch vuurwerk kopen/afsteken of gebruik maken van F1 (fop/schertsvuurwerk) buiten de regels.
Effect: maatschappelijke onrust en non-compliance; het doel van veiliger jaarwisseling wordt deels ondermijnd.



9) Verkeersbelasting en aanvullende risico’s op wegen

  • Concentratie van bezoekers naar een beperkt aantal shows veroorzaakt extra autobewegingen, parkeeroverlast en verkeersdruk, juist in de nachtperiode en vaak op plekken waar hulpdiensten moeten kunnen doorrijden. Dat vergroot risico op ongevallen, ontruimingen en bemoeilijkt hulpdiensten. Het besluit vereist bereikbaarheid voor hulpdiensten bij afsteekterrein, maar in de praktijk leidt publiekstoeloop tot knelpunten.
Effect: meer verkeersincidenten en lastiger operationeel werk voor hulpverleners tegenstrijdig met veiligheidsdoelstelling.



10) Veiligheid en verzekerbaarheid: cumulatieve risico’s en aansprakelijkheid

  • Organisatoren (verenigingen) worden civiel aansprakelijk gehouden; verzekeraars moeten risico’s inschatten. Het beleidskompas en nota noemen het belang van aansprakelijkheidsverzekering, maar verzekeraars kunnen bij nieuwe, gedecentraliseerde opzet hoge premies of uitsluitingen hanteren, zeker bij korte opslag en veel locaties.
  • Kleine verenigingen hebben vaak geen ervaring met zulke claims, toezicht en risicomanagement; fouten (opstelling, toezicht, onbevoegden) leiden tot letsel/brand. Burgemeester kan intrekken, maar dan ontstaat juridische en financiële rompslomp.
Effect: veel verenigingen zullen afhaken of onverzekerd risico nemen; verzekeringsmarkt beperkt uitvoerbaarheid.



11) Marktverstoring: importeurs, detailhandel en illegale markten

  • Landelijk consumentenvuurwerkverbod vermindert afzet. Importeurs en verkooppunten verliezen markt en zullen lobbyen of zoeken naar alternatieven (export, illegale routes). Als legale verkoop sterk daalt, ontstaat onvermijdelijk een illegale parallelmarkt of verschuiving naar buitenlandse aankopen/online import — waardoor handhaving complexer wordt en het veiligheidsdoel wordt ondermijnd. Het beleidskompas erkent vermindering verkooppunten maar stelt dit aan de markt.
Effect: de alternatieven bestrijden niet automatisch de illegale consumptie; het risico op ongeregistreerd vuurwerk stijgt.



12) Complexe administratieve & juridische soep (en politieke risico’s)

  • De combinatie van nationale kaders en lokale beoordelingsruimte leidt tot versnippering van besluiten: gemeenten bepalen lokaal welke locaties, hoeveel ontheffingen; dat leidt tot ongelijkheid tussen gemeenten en juridische procedures tegen afwijzingen, intrekkingen en aansprakelijkheid. Het beleidskompas noemt deze knelpunten expliciet.
  • Politiek risicovol: burgemeesters die veel ontheffingen verlenen krijgen kritiek bij incidenten; burgemeesters die strikt zijn krijgen lokale onvrede. Daardoor komt het systeem onder politieke druk te staan en kunnen gemeenten terugschakelen of ontheffingen beperken.
Effect: beleidsvoering instabiel; op middellange termijn worden ontheffingen beperkt omdat de rompslomp en politieke kosten te hoog zijn.



13) Operationele limieten rond mensenkracht (ontbranders / supervisors)

  • Maximaal 8 ontbranders per ontheffing (en 1–2 supervisors). Dat beperkt gelijktijdig afsteken en vereist dat verenigingen betrouwbare, opgeleide mensen aandragen; e-learning wordt wel aangeboden, maar dat vervangt niet praktijkervaring.
  • Als veel kleine locaties worden opengesteld, moet veel vrijwilligers-personeel worden opgeleid en ingezet. Dit is een sterke organisatorische drempel.
Effect: kwaliteit en veiligheid variëren sterk tussen locaties; veel verenigingen halen dit organisatorisch niet.



14) Praktijkervaring: kans op niet-doorgang en reputatieschade

  • De combinatie van beperkte terbeschikkingstellingstijd, weersrisico, logistieke druk en streng toezicht zorgt dat een aanzienlijk percentage geplande ontheffingen op het laatste moment niet doorgaan. Dat leidt tot frustratie, financiële claims en aantasting draagvlak voor de regeling, precies wat het beleidskompas ook als risico noemt.
Effect: herhaalde afgelastingen ondermijnen acceptatie; verenigingen stoppen met organiseren.



15) Risico dat verenigingen introduceren om verbod te rechtvaardigen en vervolgens zelf beperkt worden

  • Zoals jij al suggereerde: een iteratief politiek proces is mogelijk waarbij verenigingen initieel als compromis worden toegestaan, maar doordat de uitvoering te complex/risicovol blijkt, worden beperkingen toch strenger of verdwijnen de ontheffingen. Het beleidskader bevat veel intrekkingsgronden en lokale discretionaire bevoegdheid. Een mechanisme dat kan leiden tot uitputting van de verenigingsroute.
Effect: verenigingen blijken in de praktijk onhoudbaar als structureel alternatief en worden op termijn aan banden gelegd.



Conclusie — waarom beide alternatieven geen reële, nationale vervanging zijn

  1. Fysieke & veiligheidsbeperkingen maken het onmogelijk om per gemeente en per buurt voldoende, veilige locaties te garanderen.
  2. 200 kg-limiet, en restricties op personen en tijdvensters, maken schaalvergroting niet effectief; veel groepen krijgen te weinig vuurwerk om ervaring of traditie te vervangen.
  3. Kosten, beschikbaarheid van professionals en verzekerbaarheid maken grootschalige gemeentelijke shows financieel en uitvoerbaar onrealistisch.
  4. Operationele en administratieve lasten (aanvragen, veiligheidsplannen, controles, terugname-logistiek, intrekkingen) vormen een administratieve bottleneck die gemeenten en verenigingen niet massaal kunnen dragen.
  5. Maatschappelijke ongelijkheid, mobiliteitsproblemen en toegenomen verkeers-/hulpverleningsrisico’s ondermijnen de sociale doelstelling van een veilige en inclusieve jaarwisseling.
  6. Weersafhankelijkheid, kans op afgelastingen en het ontstaan van illegale markten maken dat de alternatieven het huidige probleem (veiligheid, overlast) niet structureel oplossen.
Wellicht dit ook alvast voorzien van alternatieven wat wel realistisch zou kunnen zijn voor grote en kleine buurtverenigingen?
Een buurt vereniging kan een straat zijn met 12 bewoners of een deel van een wijk.
Kijkende wat nu mogelijk is qua zelf ontbranden van vuurwerk zijn minimale veiligheidsafstanden niet realistisch in klein verband zoals in het citaat omschreven.
Wat zouden de oplossingen zijn om toch in klein verband met een groep het e.e.a. te mogen en kunnen afsteken?

Ik denk zelf aan veiligheidsafstanden van ca. 25 a 30 meter, dit maakt de meeste wijk sportveldjes geschikt voor ontbranding.
wel een meldplicht bij de gemeente maar er kan ziet zomaar afgewezen worden. (zoals dakkapellen aan de achterzijden van woningen tot bepaalde formaten).
Hier kan bijvoorbeeld wel maximale KG aan gehangen worden zodat kleinere buurten of verenigingen makkelijk een kleine show kunnen geven.
De grotere buurten met meer risico en toestroom van mensen moeten dan bijvoorbeeld wel aan iets meer eisen voldoen.
Dit zou het zelfs mogelijk maken om als huishouden of meerdere huishoudens bij elkaar een vuurwerkshowtje te geven.

er is vast nog veel meer te bedenken om het realistischer te maken.
 
Wellicht dit ook alvast voorzien van alternatieven wat wel realistisch zou kunnen zijn voor grote en kleine buurtverenigingen?
Een buurt vereniging kan een straat zijn met 12 bewoners of een deel van een wijk.
Kijkende wat nu mogelijk is qua zelf ontbranden van vuurwerk zijn minimale veiligheidsafstanden niet realistisch in klein verband zoals in het citaat omschreven.
Wat zouden de oplossingen zijn om toch in klein verband met een groep het e.e.a. te mogen en kunnen afsteken?

Ik denk zelf aan veiligheidsafstanden van ca. 25 a 30 meter, dit maakt de meeste wijk sportveldjes geschikt voor ontbranding.
wel een meldplicht bij de gemeente maar er kan ziet zomaar afgewezen worden. (zoals dakkapellen aan de achterzijden van woningen tot bepaalde formaten).
Hier kan bijvoorbeeld wel maximale KG aan gehangen worden zodat kleinere buurten of verenigingen makkelijk een kleine show kunnen geven.
De grotere buurten met meer risico en toestroom van mensen moeten dan bijvoorbeeld wel aan iets meer eisen voldoen.
Dit zou het zelfs mogelijk maken om als huishouden of meerdere huishoudens bij elkaar een vuurwerkshowtje te geven.

er is vast nog veel meer te bedenken om het realistischer te maken.
Ik kan me niks bedenken om het tot een realistisch iets te brengen. Kan me wel indenken dat het niet haalbaar is. En dan wil ik het niet met opzet onderuit halen. Maar je moet ook KVK hebben en ieder jaar een vergunning zien te krijgen.

Hier heeft de burgermeester al gezegd onze gemeente verleent geen vergunningen. Hebben al jaren een vuurwerkshow, betaald door 3 gemeentes, dus een "vereniging is niet nodig en onze gemeente doet niet aan poppenkast. Dag realistisch beeld en verdieping. En deze mening veranderd niet met Partij voor de dieren. Groenlinks in de raad want die houden de burgermeester wel aan zijn woord.
 
Back
Bovenaan