De Nederlandse Politiebond NPB maakt zich zorgen over de handhaving in en om vuurwerkvrije zones in verschillende Nederlandse steden.
De bond twijfelt eraan of er wel voldoende capaciteit is om vuurwerkverboden te handhaven. "Het water staat ons al tot aan de lippen", zegt voorzitter Han Busker van de NPB.
De Raad Nederlandse Detailhandel (RND) zette maandag vraagtekens bij de vuurwerkvrije zones die gemeenten als Rotterdam, Amsterdam en Hilversum rond de jaarwisseling gaan instellen. "Je kunt je afvragen of er voldoende capaciteit is om hierop te controleren", aldus Wouter Weide, secretaris van de RND.
"Ik herken me hier helemaal in", reageerde Busker "Aanpak van vuurwerkoverlast is nodig, maar dan moet je wel een organisatie achter je hebben staan hebben om te kunnen handhaven." Volgens hem gaat de meeste capaciteit bij de politie naar de opsporing. Ruimte voor extra inzet is er nauwelijks.
Sommige steden, zoals Hilversum huren beveiligers in om erop toe te zien dat er geen vuurwerk wordt afgestoken in de vuurwerkvrije zones. Roosendaal en Brummen deden dat bij eerdere jaarwisselingen ook. De NPB is daar geen voorstander van. "Handhaving is een overheidstaak als de overheid een verbod instelt", vindt Busker.
Twintig gemeenten
Uit een onderzoek van NU.nl onder de 403 gemeenten bleek zondag dat zeker twintig gemeenten een verbod instellen om op bepaalde plekken vuurwerk af te steken. Het gaat dan vooral om gebieden rondom winkelcentra, verzorgingshuizen, monumentale panden en locaties waar veel dieren verblijven.
In Den Helder, Brielle, Oud-Beijerland, Geldermalsen en Terschelling wordt het gedeeltelijke vuurwerkverbod ingesteld zonder extra handhaving. De overige veertien gemeenten waar vuurwerk gedeeltelijk wordt geweerd, zetten extra inspecteurs, bijzondere opsporingsambtenaren (boa's) of agenten in.
De bond twijfelt eraan of er wel voldoende capaciteit is om vuurwerkverboden te handhaven. "Het water staat ons al tot aan de lippen", zegt voorzitter Han Busker van de NPB.
De Raad Nederlandse Detailhandel (RND) zette maandag vraagtekens bij de vuurwerkvrije zones die gemeenten als Rotterdam, Amsterdam en Hilversum rond de jaarwisseling gaan instellen. "Je kunt je afvragen of er voldoende capaciteit is om hierop te controleren", aldus Wouter Weide, secretaris van de RND.
"Ik herken me hier helemaal in", reageerde Busker "Aanpak van vuurwerkoverlast is nodig, maar dan moet je wel een organisatie achter je hebben staan hebben om te kunnen handhaven." Volgens hem gaat de meeste capaciteit bij de politie naar de opsporing. Ruimte voor extra inzet is er nauwelijks.
Sommige steden, zoals Hilversum huren beveiligers in om erop toe te zien dat er geen vuurwerk wordt afgestoken in de vuurwerkvrije zones. Roosendaal en Brummen deden dat bij eerdere jaarwisselingen ook. De NPB is daar geen voorstander van. "Handhaving is een overheidstaak als de overheid een verbod instelt", vindt Busker.
Twintig gemeenten
Uit een onderzoek van NU.nl onder de 403 gemeenten bleek zondag dat zeker twintig gemeenten een verbod instellen om op bepaalde plekken vuurwerk af te steken. Het gaat dan vooral om gebieden rondom winkelcentra, verzorgingshuizen, monumentale panden en locaties waar veel dieren verblijven.
In Den Helder, Brielle, Oud-Beijerland, Geldermalsen en Terschelling wordt het gedeeltelijke vuurwerkverbod ingesteld zonder extra handhaving. De overige veertien gemeenten waar vuurwerk gedeeltelijk wordt geweerd, zetten extra inspecteurs, bijzondere opsporingsambtenaren (boa's) of agenten in.