Onderstaande publicatie is te vinden op Rijksoverheid.nl:
https://www.rijksoverheid.nl/binari...-jaarwisseling/tk-afspraken-jaarwisseling.pdf
Eerste indrukken: Ik vind het ongekend, dat er bewust gekozen lijkt te worden voor een grotere illegale markt door dit beleid. Daarnaast is het triest te constateren dat er jarenlang sprake was van minder verschil tussen de BE-NL-DE markt en men nu weer terugkeert naar grenscontroles etc. Het lijkt wel een revival van de jaren 90
Datum 5 juni 2020.
Onderwerp Afspraken jaarwisseling
In de afgelopen periode heeft het kabinet verschillende maatregelen genomen om
de jaarwisseling feestelijk en veilig te kunnen laten verlopen. Vanaf komende
jaarwisseling zijn F3 vuurwerk, knalvuurwerk (incl. knalstrengen), vuurpijlen en
enkelschotsbuizen, ook wel singleshots genoemd, verboden voor consumenten.
Tijdens het debat met uw Kamer op 5 februari jl. is besproken dat dergelijke
maatregelen alleen kunnen slagen wanneer die ook worden gehandhaafd, de
opsporing en vervolging van illegaal vuurwerk worden geïntensiveerd en op lokaal
niveau strakker wordt gehandhaafd. Daarnaast is het ook belangrijk dat
gemeenten tijdig beginnen met de voorbereiding op de jaarwisseling en gebruik
maken van de instrumenten die zij tot hun beschikking hebben, bijvoorbeeld om
preventief op te treden tegen potentiële raddraaiers en door activiteiten te
organiseren tijdens de jaarwisseling om daarmee bij te dragen aan een feestelijk
en veilig verloop. Dit alles vereist een samenspel van gemeenten, Openbaar
Ministerie, politie en gemeentelijke handhavers.
De minister van Justitie en Veiligheid heeft met burgemeesters, politie en
Openbaar Ministerie gesproken om uitvoering te geven aan de moties en
toezeggingen voortvloeiend uit het vorengenoemde debat met uw Kamer. Wij
informeren u hierover, waarbij zal worden ingegaan op opsporing en vervolging
van illegaal vuurwerk, de handhaving rond de jaarwisseling, het gebruik van
bestuurlijke bevoegdheden door gemeenten, preventief fouilleren, sluiten van
panden en groepsaansprakelijkheid. Tevens informeren wij u over de
internationale inzet op vuurwerk waarbij ook wordt ingegaan op het streven om
plastic in vuurwerk te voorkomen.
1. Opsporing en handhaving
In de afgelopen jaren is door Nederlandse opsporingsinstanties succesvol
opgetreden tegen de criminele handel in illegaal vuurwerk. Het aantal kilo’s in
beslag genomen illegaal vuurwerk stijgt hierdoor nog jaarlijks. Samenwerking
vanuit de ILT-IOD, de politie en het Functioneel Parket met Poolse politie en
justitie heeft er in 2018 toe geleid dat vier grote webshops zijn aangepakt en
gesloten. Er is daarbij toen circa 80 ton F4 vuurwerk in beslag genomen. Bij
vervolgonderzoek naar de toelevering aan de webshops zijn door Poolse politie en
justitie in 2019 wederom arrestaties verricht en is een grote hoeveelheid F4
vuurwerk in beslag genomen. Ook is de levering van illegaal vuurwerk via
postpakketten in 2019 vrijwel tot stilstand gekomen.
Het verbod van F3-vuurwerk, single shots, knalvuurwerk en vuurpijlen maakt dat
aandacht voor het verstoren van de illegale markt en de vervolging van criminele
handelaren in illegaal vuurwerk nodig blijft. De verwachting is dat naast de
criminele handel in zwaar illegaal vuurwerk de aangekondigde verboden ook
leiden tot een toename van de import van dit soort illegaal vuurwerk in
Nederland. Extra inspanning is daarom nodig om ook dit vuurwerk van de
Nederlandse markt te houden en op te treden tegen het afsteken van dit soort
vuurwerk. De minister van Justitie en Veiligheid heeft hierover overlegd met
politie, Openbaar Ministerie, Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de
regioburgemeesters. Wij kunnen u, de eigenstandige verantwoordelijkheden van
de respectievelijke bevoegde gezagen onverlet latende, hierover het volgende
mededelen.
De opsporing van zwaar illegaal vuurwerk
Het Openbaar Ministerie en de politie zetten zich gezamenlijk in om de illegale
import en handel in zwaar vuurwerk, onder meer door criminele
samenwerkingsverbanden met een ondermijnend karakter, tegen te gaan. De
politie heeft met het Openbaar Ministerie stappen gezet om de inzet te
verscherpen met als doel de illegale handel die vooral door criminele netwerken
wordt gepleegd, te frustreren. Om de verscherpte inspanning mogelijk te maken
heeft de politie een aantal maatregelen getroffen om de samenwerking tussen de
milieuteams binnen de eenheden, de uitwisseling van kennis en het verkrijgen en
veredelen van informatie, bijvoorbeeld gericht op het opsporen van in illegaal
vuurwerk handelende criminele samenwerkingsverbanden, te versterken. Het
Functioneel Parket, verantwoordelijk voor de vervolging van deze vorm van
vuurwerkcriminaliteit, ondersteunt deze maatregelen en zal zo nodig capaciteit
vrijmaken om de zaken die door de politie worden aangeleverd te behandelen.
De opsporing van illegaal vuurwerk in grensgebieden
Het verbod op het in de inleiding genoemde vuurwerk voor consumenten dat vóór
de komende jaarwisseling ingaat, kan leiden tot een toename van de import van
illegaal vuurwerk dat door consumenten in het buitenland wordt gekocht. Dit
moet worden tegengegaan. Het is daarom nodig om in de periode dat het
vuurwerk over de grens verkocht wordt steekproefsgewijs controles uit te voeren
bij grensovergangen waarvan het bekend is dat Nederlanders die gebruiken om
het vuurwerk in het buitenland te halen. Deze controles zullen zoveel mogelijk
informatie gestuurd gebeuren zodat zo effectief mogelijk kan worden opgetreden.
Op basis van prioritering en afspraken gemaakt in de lokale driehoeken wordt de
inzet vanuit (het basisteam van) de politie en het OM bepaald. Het Openbaar
Ministerie zal binnen de arrondissementsparketten capaciteit hiervoor vrij maken.
Communicatie over illegaal consumentenvuurwerk
Met de inperking van het toegestane consumentenvuurwerk ontstaan grotere
verschillen met de buurlanden waar deze vuurwerkproducten wel legaal zijn. Wij
zullen tijdig met politie, OM en de branche van vuurwerkimporteurs en -verkopers
in gesprek gaan op welke wijze bij consumenten onder de aandacht kan worden
gebracht welk consumentenvuurwerk de komende jaarwisseling in Nederland
toegestaan is, welk vuurwerk verboden is en wat de regels zijn voor het in
Nederland brengen van vuurwerk. Doel is het onbedoeld importeren van illegaal
vuurwerk zo veel mogelijk te voorkomen en duidelijk te maken dat de pakkans
reëel is.
Tegengaan aanbod illegaal vuurwerk in buurlanden
Naast het in Nederland onderscheppen van in het buitenland verkregen illegaal
vuurwerk is de inzet om te voorkomen dat illegaal vuurwerk in het buitenland
wordt gekocht. Politie, Openbaar Ministerie en de Inspectie Leefomgeving en
Transport zijn in gesprek over effectieve strategieën. Te denken valt aan
samenwerking tussen de Nederlandse en buitenlandse politie om bij bekende
verkooppunten van vuurwerk in het buitenland, Nederlandse kopers aan te
spreken of om hen terug in Nederland te vervolgen. Ook valt te denken aan een
moreel appel op de ondernemers in het buitenland om geen vuurwerk te
verkopen dat specifiek in het assortiment zit voor Nederlandse kopers en in
Nederland illegaal is.
De richtlijn strafvordering vuurwerkdelicten
Het Openbaar Ministerie heeft in de afgelopen maanden stappen gezet om de
richtlijn strafvordering vuurwerkdelicten te actualiseren, onder andere om de
richtlijn in lijn te brengen met de aanpassingen in de Regeling aanwijzing
consumenten- en theatervuurwerk (Ract). De verwachting is dat deze aangepaste
richtlijn uiterlijk op 1 oktober klaar is om gehanteerd te kunnen worden bij de
vervolging van vuurwerkdelicten. Dat is op tijd voor het zogenaamde
‘hoogseizoen’ in geconstateerde vuurwerkdelicten en op tijd voor de beoogde
inwerkingtreding van de wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten- en
theatervuurwerk op 1 december 2020.
2. Handhaving rondom de jaarwisseling
Inzet politie en boa’s op gemeentelijk niveau
De laatste belangrijke schakel in de keten om overtredingen van
vuurwerkverboden tegen te gaan betreft de handhaving rondom de jaarwisseling.
Ondanks alle inspanningen om illegaal vuurwerk buiten Nederland te houden of
vroegtijdig op te sporen, in beslag te nemen en de daders te vervolgen, is te
verwachten dat illegaal vuurwerk tijdens de jaarwisseling wordt afgestoken en dat
(legaal en illegaal) vuurwerk buiten de afsteektijden of in vuurwerkvrije zones
wordt afgestoken. Het is belangrijk ook daar vroegtijdig, snel en consequent
tegen op te treden. Het gaat niet alleen om repressief optreden, maar ook om
preventief optreden op plekken waar zich afgelopen jaren tijdens de jaarwisseling
of gedurende het jaar ernstige incidenten voordeden.
De inzet van politie en boa’s zal met inachtneming van lokaal beleid worden
bepaald en afgestemd in de lokale driehoek op basis van de bekende en
verwachte risico’s met een balans tussen beschikbaarheid en prioriteit.
3. Instrumenten van gemeenten
Gebruik bevoegdheden
De Kamer verzocht in de motie Yesilgöz1 om in samenwerking met
burgemeesters, politie en OM te komen tot een versterkte handhaving en inzet
van bestuurlijke bevoegdheden, onder meer door optimaal gebruik te maken van
de meldplicht, de voetbalwet, het verhalen van schade en snelrecht. Ook heeft de
minister van Justitie en Veiligheid toegezegd te zullen bezien of gemeenten
beschikken over voldoende bevoegdheden. Op een aantal specifieke
bevoegdheden die in het debat aan de orde zijn gekomen, ga ik verderop in deze
brief in. De VNG heeft uitvraag gedaan bij gemeenten om te inventariseren hoe
het staat met de toepassing van de instrumenten die een gemeente ter
beschikking staan. Uit de reacties en de bij Justitie en Veiligheid beschikbare
kennis blijkt in algemene zin dat gemeenten preventie van belang vinden.
Gemeenten zijn goed bekend met de verschillende bevoegdheden in de
Gemeentewet. De in artikel 172, derde lid, Gemeentewet genoemde bevoegdheid
om bij (dreigende) verstoring van de openbare orde alle bevelen te geven die de
burgemeester noodzakelijk acht voor de handhaving van de openbare orde zetten
zij indien nodig in. Het langdurig gebiedsverbod, de meldplicht of het
groepsverbod ex artikel 172a Gemeentewet wordt minder ingezet. Meerdere G4
gemeenten maken daar veelvuldig gebruik van. De toepassing van artikel 172b
Gemeentewet (bevel naar ouders van overlast gevende twaalfminners) wordt
weinig tot niet overwogen. Wanneer twaalfminners de openbare orde verstoren is
immers veelal sprake van een opvoedkundig probleem. In sommige gevallen kan
de inzet van deze bevoegdheid toch noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld in situaties
waarin sprake is van zware verstoringen, bijvoorbeeld grote vernielingen of veel
schade.
Last onder dwangsom op grond van de Algemene wet bestuursrecht wordt voor
een groot aantal onderwerpen ingezet. Het aantal gevallen is beperkt. In geval
van een bestuurlijke rapportage van de politie over de opslag van vuurwerk in
een woning komt het voor dat een gemeente een last onder dwangsom oplegt
voor overtreding van de zorgplichtbepaling in de Woningwet en van het
Bouwbesluit door de opslag van gevaarlijk vuurwerk in een woning. Dit om de
overtreding niet opnieuw te laten ontstaan in de daaropvolgende jaren. Bij een
volgende overtreding wordt dan de dwangsom verbeurd.
Het sturen van waarschuwingsbrieven aan notoire ordeverstoorders of aan ouders
van kinderen van 12 tot 18 jaar gebeurt, maar verschilt per gemeente. Veel
gemeenten kiezen voor het direct aanspreken van kinderen/jongeren door
jeugdwerk of wijkagent en vinden dit effectiever.
Gemeenten hebben de intentie om schade te verhalen op de daders, maar in de
praktijk is het (vaak) lastig haalbaar en erg arbeidsintensief, omdat bijna nooit
bekend is wie de daders zijn. Wanneer de dader wel bekend is wordt de schade
waar mogelijk verhaald.
Naast vorengenoemde maatregelen is er in de periode voor Oud & Nieuw ook
volop inzet van de buurtpreventieteams en controle door buitengewoon
opsporingsambtenaren, samen met de politie.
Los hiervan maken veel gemeenten een plan van aanpak voor de jaarwisseling. In
een beperkt aantal gemeenten is het organiseren van activiteiten door gemeenten
of derden als vuurwerk, een lichtshow of feesten daar onderdeel van. Vanuit
gemeenteraden zijn er wel moties ingediend voor het organiseren ervan.
4. Bevoegdheden
(Preventief) fouilleren
In de motie Van Dam c.s.2 wordt het Kabinet opgeroepen te onderzoeken om,
zeker ten aanzien van het zware illegaal vuurwerk, preventief fouilleren mogelijk
te maken. Deze bevoegdheid zou een aanvulling betekenen op de bestaande
bevoegdheden.
De politie en handhavers hebben voor feiten die betrekking hebben op de Wet
economische delicten, waar vuurwerk onder valt, de beschikking over
verschillende bevoegdheden. Wanneer sprake is van een (concrete) aanwijzing op
de aanwezigheid van illegaal vuurwerk mag de politie in dozen en tassen en
bijvoorbeeld ook in kofferbakken zoeken. Het feit dat in de aanloop naar de
jaarwisseling vele Nederlanders over de grens vuurwerk kopen, waaronder
vuurwerk dat in Nederland verboden is, is voldoende concrete aanwijzing om
steekproefsgewijs een auto die uit het buitenland Nederland in komt te
doorzoeken. Met deze bevoegdheid heeft de politie voldoende basis om in dit
soort situaties effectief op te treden.
Ook het afsteekverbod is op grond van deze bevoegdheid goed door politie en
buitengewoon opsporingsambtenaren te handhaven. Wanneer in de buurt knallen
te horen zijn of vuurwerk te zien is dan is de aanwezigheid van een of meerdere
personen waarvan het vermoeden bestaat dat zij vuurwerk bij zich dragen om af
te steken voldoende concrete aanwijzing om de meegedragen dozen en
(rug)tassen te doorzoeken.
Politie en handhavers beschikken niet over de bevoegdheid om preventief te
fouilleren op de aanwezigheid van vuurwerk. Preventief fouilleren is op dit
moment beperkt tot wapens en vanwege de inbreuk op grondrechten aan strenge
regels gebonden. Het Openbaar Ministerie geeft in de richtlijn voor strafvordering
vuurwerkdelicten aan dat delicten met geïmproviseerd vuurwerk, vuurwerk
waaraan geknutseld is en vuurwerk dat bestemd is voor het treffen van personen
of zaken door middel van ontploffing, worden vervolgd op grond van de Wet
wapens en munitie. De minister van Justitie en Veiligheid heeft laten bezien of het
naar analogie hiervan ook mogelijk is preventief te fouilleren vanwege de
aanwezigheid van zwaar illegaal vuurwerk. Geconcludeerd kan worden dat er op
dit moment onvoldoende wettelijke basis is om preventief fouilleren in te zetten
ten behoeve van deze soorten vuurwerk. Ik zal nader advies inwinnen onder
welke randvoorwaarden en op welke wijze het mogelijk is deze wettelijke basis
alsnog te creëren. Daarbij is de verwachting dat zo’n bevoegdheid zeker niet zal
worden gecreëerd voor het lichtere illegale vuurwerk en dat het slechts voor een
beperkt deel van het jaar zal kunnen worden ingezet, rondom de jaarwisseling.
Wanneer overeenkomstig de huidige wettelijke mogelijkheden illegaal vuurwerk
wordt aangetroffen wanneer preventief wordt gefouilleerd op wapens dan zal dit
vuurwerk in beslag worden genomen en zal op de gebruikelijke manier worden
vervolgd.
Sluiten van panden
In het debat op 5 februari jl. heeft de minister van Justitie en Veiligheid
toegezegd de mogelijkheid van het sluiten van panden in geval van een ongeval
met of aanwezigheid van zwaar illegaal vuurwerk te zullen bezien. De Minister van
Justitie en Veiligheid heeft op dit moment een wetsvoorstel in voorbereiding om
de reikwijdte van artikel 174a Gemeentewet uit te breiden opdat de
sluitingsbevoegdheid voor de burgemeester bij verstoring van de openbare orde
ook geldt bij ernstig geweld (zoals een beschieting) of door de aanwezigheid van
wapens in het pand. In de consultatiereacties op dit wetsvoorstel is gevraagd naar
een mogelijkheid tot verdere uitbreiding van de bevoegdheid tot het aantreffen
van vuurwerk. Ik zal daarom in mijn reactie op de consultatiereacties expliciet
ingaan op de wens om panden te sluiten in geval van een ongeval met of de
aanwezigheid van zwaar illegaal vuurwerk. Dit geldt in het bijzonder de situatie
waarin sprake is van zwaar vuurwerk dat gebruikt kan worden voor het treffen
van personen of zaken door middel van ontploffing, en de vraag of dat vuurwerk
als wapen is aan te merken in de categorie II onder 7 van de Wet wapens en
munitie.
Groepsaansprakelijkheid
De motie Helder3 verzoekt het Kabinet de groepsaansprakelijkheid bij openlijke
geweldpleging in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht te verruimen om het
mogelijk te maken de hele groep aan te houden en strafrechtelijk te vervolgen.
Tijdens het debat op 5 februari jl. heeft de minister van Justitie en Veiligheid
gezegd dat naar het oordeel van het Openbaar Ministerie en politie artikel 141
Strafrecht voldoende ruimte biedt en vaak met succes wordt benut. Ik lees de
motie zo dat de regering wordt opgeroepen te onderzoeken of verruiming nodig
is. Dit wordt nu gedaan. Daarbij is ook van belang dat de minister voor
Rechtsbescherming en ik bij de brief over het wetsvoorstel Taakstrafverbod van
11 maart 2019 hebben aangegeven artikel 141 Wetboek van Strafrecht buiten het
wetsvoorstel Taakstrafverbod te houden vanwege de consequenties voor een zeer
breed scala aan geweldsdelicten tegen functionarissen met een publieke taak. In
dezelfde brief is een onderzoek door het WODC aangekondigd dat antwoord moet
geven op de vraag of ontwikkelingen in de samenleving en ongewenste of
onvoorziene uitwerking van wetsartikelen aanleiding geven tot een andere
afweging. Dit onderzoek is nu gaande en zal naar verwachting in de zomer zijn
afgerond. Ik wil de uitkomsten van dit onderzoek betrekken bij de afdoening van
bovengenoemde motie.
Wetsvoorstel kostenverhaal
Het wetsvoorstel dat het mogelijk moet maken om de kosten op de dader te
verhalen die de overheid moet maken om in beslag genomen illegaal vuurwerk te
vernietigen is door de minister van Justitie en Veiligheid voor advies voorgelegd
aan de afdeling advisering van de Raad van State.
5. Internationale inzet
Ook internationaal zetten we ons in voor veilig vuurwerk. Op het gebied van
vuurwerk willen we met andere landen optrekken om elke stap in de keten waar
mogelijk veiliger te laten verlopen. Samen staan we sterker en kun je meer
bereiken. Daarbij zet Nederland zich in het bijzonder in om de problematiek van
zwaar vuurwerk, oneigenlijk gebruik en illegale handel aan te pakken en om
vuurwerk plasticvrij te maken. Dat werpt zijn vruchten af. Zo heeft Nederland in
2017 het initiatief genomen om in de Benelux de illegale handel in professioneel
vuurwerk te verhinderen. De pyro-pas, een bewijs om professionals te herkennen
bij de verkoop van professioneel vuurwerk, is daarvan het resultaat. Ook de
Europese Commissie toont hierin interesse. Verder gaan België en Luxemburg
naar Nederlands voorbeeld opleidingseisen stellen aan professionals.
Pyro-pas voor professioneel vuurwerk
Met de pyro-pas is een instrument ontwikkeld om te voorkomen dat consumenten
professioneel vuurwerk in handen krijgen. Professionals krijgen een extra
(uniform) persoonlijk document bij de toepassingsvergunning en/of
opslagvergunning waarop staat voor welke handelingen met (professioneel)
vuurwerk zij bevoegd zijn. Benelux-landen wordt verzocht te bevorderen dat
professioneel vuurwerk alleen wordt verkocht aan bezitters van een pyro-pas. De
Europese Commissie volgt de uitvoering en het effect hiervan om eventueel later
te komen tot een Europese invoering. Voor een optimale werking van de pyro-pas
is deze gebaat bij een verbreding van de invoering naar andere Europese landen.
De invoering van de pyro-pas in Nederland, voorzien in 2022, maakt dat een
eerder voornemen is achterhaald, namelijk om de Wet milieubeheer uit te breiden
met een vorm van erkenning van bevoegde vuurwerkhandelaren. De
voorgenomen wetswijziging van de Wet milieubeheer leverde kritiek op in
verband met mogelijke strijdigheid met Europees/internationaal recht. Om
tegemoet te komen aan deze kritiek is de ontwikkeling van de pyro-pas in
Benelux verband opgepakt. Daarom is het voornemen de procedure tot
wetswijziging van de Wet milieubeheer aangaande de erkenningsregeling te
beëindigen.
Oneigenlijk gebruik pyrotechnische artikelen
Naast de inzet op de pyro-pas heeft Nederland het initiatief genomen, vanuit de
ILT-IOD in samenwerking met de politie, om te overleggen met de Europese
Commissie en de voorzitter van het Forum van Notified Bodies (NoBo’s)4 over het
(oneigenlijk) gebruik van pyrotechnische5 artikelen anders dan vuurwerk als ware
het vuurwerk. Dit betreft pyrotechnische knalartikelen die als bedoeld gebruik het
afschrikken van dieren (vogels, wolven of beren) of het waarschuwen van
spoormedewerkers bij een naderende trein hebben. Meerdere EU-lidstaten
worstellen met deze problematiek en bereiden nationale wetswijzigingen voor. De
Europese Commissie gaat na of het opstellen van een ‘guidance’ opportuun is en
binnen de Benelux wordt op initiatief van Nederland gewerkt aan een beschikking
om dit soort oneigenlijk gebruik te verbieden.
Samenwerking met China
Daarnaast wordt ook buiten Europa strategisch samengewerkt. De ILT heeft via
een Memorandum of Understanding (MoU) met de Chinese autoriteiten MSA
(Marine Safety Authority) en de Chinese douane gewerkt aan het tegengaan van
onjuiste transportclassificatie van vuurwerk. Doel hiervan is om onveilige
transport situaties te voorkomen. Daarnaast kan hiermee de toestroom van
enkele zware knalartikelen vanuit China naar de illegaliteit worden tegen gegaan.
Verder is er overleg met Chinese marktpartijen en grote vervoerders, wat kan
resulteren in de mogelijkheid voor de ILT om mee te kijken bij inspecties in China
voordat vuurwerkartikelen in containers worden beladen. Bemoedigend is dat
4 Notified Bodies: Keuren en testen het vuurwerk voor het tot de Europese markt wordt
toegelaten. Notified Bodies hebben een belangrijke ‘onafhankelijke’ rol in de technische
toetsing van pyrotechnische artikelen. Onderdeel daarvan is de beoordeling van het door de
fabrikant aangegeven bedoelde gebruik van het pyrotechnische artikel.
5 Pyrotechniek is meer dan alleen vuurwerk, het wordt ook gebruikt voor o.a. airbags,
munitie en ontstekers. Deze artikelen kunnen zodanig worden misbruikt dat het gebruikt
wordt als zijnde vuurwerk.
Chinese partijen werk willen maken van veilig transport van vuurwerk en onjuiste
classificatie willen voorkomen. Naast veilig transport kan ook via deze weg de
toestroom van enkele zware knalartikelen vanuit China worden tegen gegaan.
Plastic
In de motie Kröger6
is gevraagd met de vuurwerkbranche te onderzoeken hoe het
gebruik van plastic in vuurwerk en het aanbieden van vuurwerk waarin plastic is
verwerkt kan worden tegengegaan. Zij vraagt daarbij bijzondere aandacht voor
de categorie F1-vuurwerk.
Via het vrijwillige pad zijn al stappen gezet waardoor een nieuwe norm voor
Nederland is ontstaan. Het uit burgerinitiatief voortgekomen Knalplastic
Convenant, wat volgde op ‘Operatie Knetterbal’ is ondertekend door vrijwel alle
belangrijke retailers en door een aantal vuurwerkimporteurs die 50% van de
markt vertegenwoordigen.
In aanvulling op dit convenant is de staatssecretaris van Infrastructuur en
Waterstaat (IenW) in overleg met vuurwerkimporteurs (BPN) en -verkopers
(SVNC) zodat er naast de reguliere vuurwerkpakketten ook
een ‘plastic-vrijvuurwerkpakket’ beschikbaar komt.
Zo kan de bewuste consument een bewuste keuze maken.
Naast deze vrijwillige acties zet de staatssecretaris van IenW in, net als de
initiatiefnemers van het Knalplastic convenant, om de Europese regelgeving aan
te scherpen en vuurwerk minder schadelijk te maken voor het milieu. Mede na
aandringen van Nederland, wordt daarom ingezet op het terugdringen van de
milieulast van vuurwerk. Dit krijgt vorm door in te zetten op vuurwerk zonder
plastic. Een voorbeeld van de uitwerking hiervan zou een Europees verbod op
plastic knetterballen kunnen zijn. Daarnaast is onderdeel van de inzet het
beperken van de uitstoot van schadelijke stoffen. Er worden stoffen gebruikt voor
kleureneffecten van siervuurwerk. Daar waar er minder schadelijke alternatieven
beschikbaar zijn, kunnen de schadelijke verboden worden. Inzet is dit op te
nemen in de productnormen zodat verbeteringen aan het begin van de keten
opgepakt worden.
6. Tot slot
De brief is in goed overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de
regioburgemeesters, het Openbaar Ministerie en de politie tot stand gekomen. De
in de brief genoemde maatregelen en afspraken in combinatie met de in eerdere
brieven aangekondigde maatregelen tonen de gezamenlijke inzet van al deze
partijen om te komen tot een feestelijke en veilige jaarwisseling voor iedereen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Ferd Grapperhaus
De Staatssecretaris van
Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven – Van der Meer
https://www.rijksoverheid.nl/binari...-jaarwisseling/tk-afspraken-jaarwisseling.pdf
Eerste indrukken: Ik vind het ongekend, dat er bewust gekozen lijkt te worden voor een grotere illegale markt door dit beleid. Daarnaast is het triest te constateren dat er jarenlang sprake was van minder verschil tussen de BE-NL-DE markt en men nu weer terugkeert naar grenscontroles etc. Het lijkt wel een revival van de jaren 90

Datum 5 juni 2020.
Onderwerp Afspraken jaarwisseling
In de afgelopen periode heeft het kabinet verschillende maatregelen genomen om
de jaarwisseling feestelijk en veilig te kunnen laten verlopen. Vanaf komende
jaarwisseling zijn F3 vuurwerk, knalvuurwerk (incl. knalstrengen), vuurpijlen en
enkelschotsbuizen, ook wel singleshots genoemd, verboden voor consumenten.
Tijdens het debat met uw Kamer op 5 februari jl. is besproken dat dergelijke
maatregelen alleen kunnen slagen wanneer die ook worden gehandhaafd, de
opsporing en vervolging van illegaal vuurwerk worden geïntensiveerd en op lokaal
niveau strakker wordt gehandhaafd. Daarnaast is het ook belangrijk dat
gemeenten tijdig beginnen met de voorbereiding op de jaarwisseling en gebruik
maken van de instrumenten die zij tot hun beschikking hebben, bijvoorbeeld om
preventief op te treden tegen potentiële raddraaiers en door activiteiten te
organiseren tijdens de jaarwisseling om daarmee bij te dragen aan een feestelijk
en veilig verloop. Dit alles vereist een samenspel van gemeenten, Openbaar
Ministerie, politie en gemeentelijke handhavers.
De minister van Justitie en Veiligheid heeft met burgemeesters, politie en
Openbaar Ministerie gesproken om uitvoering te geven aan de moties en
toezeggingen voortvloeiend uit het vorengenoemde debat met uw Kamer. Wij
informeren u hierover, waarbij zal worden ingegaan op opsporing en vervolging
van illegaal vuurwerk, de handhaving rond de jaarwisseling, het gebruik van
bestuurlijke bevoegdheden door gemeenten, preventief fouilleren, sluiten van
panden en groepsaansprakelijkheid. Tevens informeren wij u over de
internationale inzet op vuurwerk waarbij ook wordt ingegaan op het streven om
plastic in vuurwerk te voorkomen.
1. Opsporing en handhaving
In de afgelopen jaren is door Nederlandse opsporingsinstanties succesvol
opgetreden tegen de criminele handel in illegaal vuurwerk. Het aantal kilo’s in
beslag genomen illegaal vuurwerk stijgt hierdoor nog jaarlijks. Samenwerking
vanuit de ILT-IOD, de politie en het Functioneel Parket met Poolse politie en
justitie heeft er in 2018 toe geleid dat vier grote webshops zijn aangepakt en
gesloten. Er is daarbij toen circa 80 ton F4 vuurwerk in beslag genomen. Bij
vervolgonderzoek naar de toelevering aan de webshops zijn door Poolse politie en
justitie in 2019 wederom arrestaties verricht en is een grote hoeveelheid F4
vuurwerk in beslag genomen. Ook is de levering van illegaal vuurwerk via
postpakketten in 2019 vrijwel tot stilstand gekomen.
Het verbod van F3-vuurwerk, single shots, knalvuurwerk en vuurpijlen maakt dat
aandacht voor het verstoren van de illegale markt en de vervolging van criminele
handelaren in illegaal vuurwerk nodig blijft. De verwachting is dat naast de
criminele handel in zwaar illegaal vuurwerk de aangekondigde verboden ook
leiden tot een toename van de import van dit soort illegaal vuurwerk in
Nederland. Extra inspanning is daarom nodig om ook dit vuurwerk van de
Nederlandse markt te houden en op te treden tegen het afsteken van dit soort
vuurwerk. De minister van Justitie en Veiligheid heeft hierover overlegd met
politie, Openbaar Ministerie, Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de
regioburgemeesters. Wij kunnen u, de eigenstandige verantwoordelijkheden van
de respectievelijke bevoegde gezagen onverlet latende, hierover het volgende
mededelen.
De opsporing van zwaar illegaal vuurwerk
Het Openbaar Ministerie en de politie zetten zich gezamenlijk in om de illegale
import en handel in zwaar vuurwerk, onder meer door criminele
samenwerkingsverbanden met een ondermijnend karakter, tegen te gaan. De
politie heeft met het Openbaar Ministerie stappen gezet om de inzet te
verscherpen met als doel de illegale handel die vooral door criminele netwerken
wordt gepleegd, te frustreren. Om de verscherpte inspanning mogelijk te maken
heeft de politie een aantal maatregelen getroffen om de samenwerking tussen de
milieuteams binnen de eenheden, de uitwisseling van kennis en het verkrijgen en
veredelen van informatie, bijvoorbeeld gericht op het opsporen van in illegaal
vuurwerk handelende criminele samenwerkingsverbanden, te versterken. Het
Functioneel Parket, verantwoordelijk voor de vervolging van deze vorm van
vuurwerkcriminaliteit, ondersteunt deze maatregelen en zal zo nodig capaciteit
vrijmaken om de zaken die door de politie worden aangeleverd te behandelen.
De opsporing van illegaal vuurwerk in grensgebieden
Het verbod op het in de inleiding genoemde vuurwerk voor consumenten dat vóór
de komende jaarwisseling ingaat, kan leiden tot een toename van de import van
illegaal vuurwerk dat door consumenten in het buitenland wordt gekocht. Dit
moet worden tegengegaan. Het is daarom nodig om in de periode dat het
vuurwerk over de grens verkocht wordt steekproefsgewijs controles uit te voeren
bij grensovergangen waarvan het bekend is dat Nederlanders die gebruiken om
het vuurwerk in het buitenland te halen. Deze controles zullen zoveel mogelijk
informatie gestuurd gebeuren zodat zo effectief mogelijk kan worden opgetreden.
Op basis van prioritering en afspraken gemaakt in de lokale driehoeken wordt de
inzet vanuit (het basisteam van) de politie en het OM bepaald. Het Openbaar
Ministerie zal binnen de arrondissementsparketten capaciteit hiervoor vrij maken.
Communicatie over illegaal consumentenvuurwerk
Met de inperking van het toegestane consumentenvuurwerk ontstaan grotere
verschillen met de buurlanden waar deze vuurwerkproducten wel legaal zijn. Wij
zullen tijdig met politie, OM en de branche van vuurwerkimporteurs en -verkopers
in gesprek gaan op welke wijze bij consumenten onder de aandacht kan worden
gebracht welk consumentenvuurwerk de komende jaarwisseling in Nederland
toegestaan is, welk vuurwerk verboden is en wat de regels zijn voor het in
Nederland brengen van vuurwerk. Doel is het onbedoeld importeren van illegaal
vuurwerk zo veel mogelijk te voorkomen en duidelijk te maken dat de pakkans
reëel is.
Tegengaan aanbod illegaal vuurwerk in buurlanden
Naast het in Nederland onderscheppen van in het buitenland verkregen illegaal
vuurwerk is de inzet om te voorkomen dat illegaal vuurwerk in het buitenland
wordt gekocht. Politie, Openbaar Ministerie en de Inspectie Leefomgeving en
Transport zijn in gesprek over effectieve strategieën. Te denken valt aan
samenwerking tussen de Nederlandse en buitenlandse politie om bij bekende
verkooppunten van vuurwerk in het buitenland, Nederlandse kopers aan te
spreken of om hen terug in Nederland te vervolgen. Ook valt te denken aan een
moreel appel op de ondernemers in het buitenland om geen vuurwerk te
verkopen dat specifiek in het assortiment zit voor Nederlandse kopers en in
Nederland illegaal is.
De richtlijn strafvordering vuurwerkdelicten
Het Openbaar Ministerie heeft in de afgelopen maanden stappen gezet om de
richtlijn strafvordering vuurwerkdelicten te actualiseren, onder andere om de
richtlijn in lijn te brengen met de aanpassingen in de Regeling aanwijzing
consumenten- en theatervuurwerk (Ract). De verwachting is dat deze aangepaste
richtlijn uiterlijk op 1 oktober klaar is om gehanteerd te kunnen worden bij de
vervolging van vuurwerkdelicten. Dat is op tijd voor het zogenaamde
‘hoogseizoen’ in geconstateerde vuurwerkdelicten en op tijd voor de beoogde
inwerkingtreding van de wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten- en
theatervuurwerk op 1 december 2020.
2. Handhaving rondom de jaarwisseling
Inzet politie en boa’s op gemeentelijk niveau
De laatste belangrijke schakel in de keten om overtredingen van
vuurwerkverboden tegen te gaan betreft de handhaving rondom de jaarwisseling.
Ondanks alle inspanningen om illegaal vuurwerk buiten Nederland te houden of
vroegtijdig op te sporen, in beslag te nemen en de daders te vervolgen, is te
verwachten dat illegaal vuurwerk tijdens de jaarwisseling wordt afgestoken en dat
(legaal en illegaal) vuurwerk buiten de afsteektijden of in vuurwerkvrije zones
wordt afgestoken. Het is belangrijk ook daar vroegtijdig, snel en consequent
tegen op te treden. Het gaat niet alleen om repressief optreden, maar ook om
preventief optreden op plekken waar zich afgelopen jaren tijdens de jaarwisseling
of gedurende het jaar ernstige incidenten voordeden.
De inzet van politie en boa’s zal met inachtneming van lokaal beleid worden
bepaald en afgestemd in de lokale driehoek op basis van de bekende en
verwachte risico’s met een balans tussen beschikbaarheid en prioriteit.
3. Instrumenten van gemeenten
Gebruik bevoegdheden
De Kamer verzocht in de motie Yesilgöz1 om in samenwerking met
burgemeesters, politie en OM te komen tot een versterkte handhaving en inzet
van bestuurlijke bevoegdheden, onder meer door optimaal gebruik te maken van
de meldplicht, de voetbalwet, het verhalen van schade en snelrecht. Ook heeft de
minister van Justitie en Veiligheid toegezegd te zullen bezien of gemeenten
beschikken over voldoende bevoegdheden. Op een aantal specifieke
bevoegdheden die in het debat aan de orde zijn gekomen, ga ik verderop in deze
brief in. De VNG heeft uitvraag gedaan bij gemeenten om te inventariseren hoe
het staat met de toepassing van de instrumenten die een gemeente ter
beschikking staan. Uit de reacties en de bij Justitie en Veiligheid beschikbare
kennis blijkt in algemene zin dat gemeenten preventie van belang vinden.
Gemeenten zijn goed bekend met de verschillende bevoegdheden in de
Gemeentewet. De in artikel 172, derde lid, Gemeentewet genoemde bevoegdheid
om bij (dreigende) verstoring van de openbare orde alle bevelen te geven die de
burgemeester noodzakelijk acht voor de handhaving van de openbare orde zetten
zij indien nodig in. Het langdurig gebiedsverbod, de meldplicht of het
groepsverbod ex artikel 172a Gemeentewet wordt minder ingezet. Meerdere G4
gemeenten maken daar veelvuldig gebruik van. De toepassing van artikel 172b
Gemeentewet (bevel naar ouders van overlast gevende twaalfminners) wordt
weinig tot niet overwogen. Wanneer twaalfminners de openbare orde verstoren is
immers veelal sprake van een opvoedkundig probleem. In sommige gevallen kan
de inzet van deze bevoegdheid toch noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld in situaties
waarin sprake is van zware verstoringen, bijvoorbeeld grote vernielingen of veel
schade.
Last onder dwangsom op grond van de Algemene wet bestuursrecht wordt voor
een groot aantal onderwerpen ingezet. Het aantal gevallen is beperkt. In geval
van een bestuurlijke rapportage van de politie over de opslag van vuurwerk in
een woning komt het voor dat een gemeente een last onder dwangsom oplegt
voor overtreding van de zorgplichtbepaling in de Woningwet en van het
Bouwbesluit door de opslag van gevaarlijk vuurwerk in een woning. Dit om de
overtreding niet opnieuw te laten ontstaan in de daaropvolgende jaren. Bij een
volgende overtreding wordt dan de dwangsom verbeurd.
Het sturen van waarschuwingsbrieven aan notoire ordeverstoorders of aan ouders
van kinderen van 12 tot 18 jaar gebeurt, maar verschilt per gemeente. Veel
gemeenten kiezen voor het direct aanspreken van kinderen/jongeren door
jeugdwerk of wijkagent en vinden dit effectiever.
Gemeenten hebben de intentie om schade te verhalen op de daders, maar in de
praktijk is het (vaak) lastig haalbaar en erg arbeidsintensief, omdat bijna nooit
bekend is wie de daders zijn. Wanneer de dader wel bekend is wordt de schade
waar mogelijk verhaald.
Naast vorengenoemde maatregelen is er in de periode voor Oud & Nieuw ook
volop inzet van de buurtpreventieteams en controle door buitengewoon
opsporingsambtenaren, samen met de politie.
Los hiervan maken veel gemeenten een plan van aanpak voor de jaarwisseling. In
een beperkt aantal gemeenten is het organiseren van activiteiten door gemeenten
of derden als vuurwerk, een lichtshow of feesten daar onderdeel van. Vanuit
gemeenteraden zijn er wel moties ingediend voor het organiseren ervan.
4. Bevoegdheden
(Preventief) fouilleren
In de motie Van Dam c.s.2 wordt het Kabinet opgeroepen te onderzoeken om,
zeker ten aanzien van het zware illegaal vuurwerk, preventief fouilleren mogelijk
te maken. Deze bevoegdheid zou een aanvulling betekenen op de bestaande
bevoegdheden.
De politie en handhavers hebben voor feiten die betrekking hebben op de Wet
economische delicten, waar vuurwerk onder valt, de beschikking over
verschillende bevoegdheden. Wanneer sprake is van een (concrete) aanwijzing op
de aanwezigheid van illegaal vuurwerk mag de politie in dozen en tassen en
bijvoorbeeld ook in kofferbakken zoeken. Het feit dat in de aanloop naar de
jaarwisseling vele Nederlanders over de grens vuurwerk kopen, waaronder
vuurwerk dat in Nederland verboden is, is voldoende concrete aanwijzing om
steekproefsgewijs een auto die uit het buitenland Nederland in komt te
doorzoeken. Met deze bevoegdheid heeft de politie voldoende basis om in dit
soort situaties effectief op te treden.
Ook het afsteekverbod is op grond van deze bevoegdheid goed door politie en
buitengewoon opsporingsambtenaren te handhaven. Wanneer in de buurt knallen
te horen zijn of vuurwerk te zien is dan is de aanwezigheid van een of meerdere
personen waarvan het vermoeden bestaat dat zij vuurwerk bij zich dragen om af
te steken voldoende concrete aanwijzing om de meegedragen dozen en
(rug)tassen te doorzoeken.
Politie en handhavers beschikken niet over de bevoegdheid om preventief te
fouilleren op de aanwezigheid van vuurwerk. Preventief fouilleren is op dit
moment beperkt tot wapens en vanwege de inbreuk op grondrechten aan strenge
regels gebonden. Het Openbaar Ministerie geeft in de richtlijn voor strafvordering
vuurwerkdelicten aan dat delicten met geïmproviseerd vuurwerk, vuurwerk
waaraan geknutseld is en vuurwerk dat bestemd is voor het treffen van personen
of zaken door middel van ontploffing, worden vervolgd op grond van de Wet
wapens en munitie. De minister van Justitie en Veiligheid heeft laten bezien of het
naar analogie hiervan ook mogelijk is preventief te fouilleren vanwege de
aanwezigheid van zwaar illegaal vuurwerk. Geconcludeerd kan worden dat er op
dit moment onvoldoende wettelijke basis is om preventief fouilleren in te zetten
ten behoeve van deze soorten vuurwerk. Ik zal nader advies inwinnen onder
welke randvoorwaarden en op welke wijze het mogelijk is deze wettelijke basis
alsnog te creëren. Daarbij is de verwachting dat zo’n bevoegdheid zeker niet zal
worden gecreëerd voor het lichtere illegale vuurwerk en dat het slechts voor een
beperkt deel van het jaar zal kunnen worden ingezet, rondom de jaarwisseling.
Wanneer overeenkomstig de huidige wettelijke mogelijkheden illegaal vuurwerk
wordt aangetroffen wanneer preventief wordt gefouilleerd op wapens dan zal dit
vuurwerk in beslag worden genomen en zal op de gebruikelijke manier worden
vervolgd.
Sluiten van panden
In het debat op 5 februari jl. heeft de minister van Justitie en Veiligheid
toegezegd de mogelijkheid van het sluiten van panden in geval van een ongeval
met of aanwezigheid van zwaar illegaal vuurwerk te zullen bezien. De Minister van
Justitie en Veiligheid heeft op dit moment een wetsvoorstel in voorbereiding om
de reikwijdte van artikel 174a Gemeentewet uit te breiden opdat de
sluitingsbevoegdheid voor de burgemeester bij verstoring van de openbare orde
ook geldt bij ernstig geweld (zoals een beschieting) of door de aanwezigheid van
wapens in het pand. In de consultatiereacties op dit wetsvoorstel is gevraagd naar
een mogelijkheid tot verdere uitbreiding van de bevoegdheid tot het aantreffen
van vuurwerk. Ik zal daarom in mijn reactie op de consultatiereacties expliciet
ingaan op de wens om panden te sluiten in geval van een ongeval met of de
aanwezigheid van zwaar illegaal vuurwerk. Dit geldt in het bijzonder de situatie
waarin sprake is van zwaar vuurwerk dat gebruikt kan worden voor het treffen
van personen of zaken door middel van ontploffing, en de vraag of dat vuurwerk
als wapen is aan te merken in de categorie II onder 7 van de Wet wapens en
munitie.
Groepsaansprakelijkheid
De motie Helder3 verzoekt het Kabinet de groepsaansprakelijkheid bij openlijke
geweldpleging in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht te verruimen om het
mogelijk te maken de hele groep aan te houden en strafrechtelijk te vervolgen.
Tijdens het debat op 5 februari jl. heeft de minister van Justitie en Veiligheid
gezegd dat naar het oordeel van het Openbaar Ministerie en politie artikel 141
Strafrecht voldoende ruimte biedt en vaak met succes wordt benut. Ik lees de
motie zo dat de regering wordt opgeroepen te onderzoeken of verruiming nodig
is. Dit wordt nu gedaan. Daarbij is ook van belang dat de minister voor
Rechtsbescherming en ik bij de brief over het wetsvoorstel Taakstrafverbod van
11 maart 2019 hebben aangegeven artikel 141 Wetboek van Strafrecht buiten het
wetsvoorstel Taakstrafverbod te houden vanwege de consequenties voor een zeer
breed scala aan geweldsdelicten tegen functionarissen met een publieke taak. In
dezelfde brief is een onderzoek door het WODC aangekondigd dat antwoord moet
geven op de vraag of ontwikkelingen in de samenleving en ongewenste of
onvoorziene uitwerking van wetsartikelen aanleiding geven tot een andere
afweging. Dit onderzoek is nu gaande en zal naar verwachting in de zomer zijn
afgerond. Ik wil de uitkomsten van dit onderzoek betrekken bij de afdoening van
bovengenoemde motie.
Wetsvoorstel kostenverhaal
Het wetsvoorstel dat het mogelijk moet maken om de kosten op de dader te
verhalen die de overheid moet maken om in beslag genomen illegaal vuurwerk te
vernietigen is door de minister van Justitie en Veiligheid voor advies voorgelegd
aan de afdeling advisering van de Raad van State.
5. Internationale inzet
Ook internationaal zetten we ons in voor veilig vuurwerk. Op het gebied van
vuurwerk willen we met andere landen optrekken om elke stap in de keten waar
mogelijk veiliger te laten verlopen. Samen staan we sterker en kun je meer
bereiken. Daarbij zet Nederland zich in het bijzonder in om de problematiek van
zwaar vuurwerk, oneigenlijk gebruik en illegale handel aan te pakken en om
vuurwerk plasticvrij te maken. Dat werpt zijn vruchten af. Zo heeft Nederland in
2017 het initiatief genomen om in de Benelux de illegale handel in professioneel
vuurwerk te verhinderen. De pyro-pas, een bewijs om professionals te herkennen
bij de verkoop van professioneel vuurwerk, is daarvan het resultaat. Ook de
Europese Commissie toont hierin interesse. Verder gaan België en Luxemburg
naar Nederlands voorbeeld opleidingseisen stellen aan professionals.
Pyro-pas voor professioneel vuurwerk
Met de pyro-pas is een instrument ontwikkeld om te voorkomen dat consumenten
professioneel vuurwerk in handen krijgen. Professionals krijgen een extra
(uniform) persoonlijk document bij de toepassingsvergunning en/of
opslagvergunning waarop staat voor welke handelingen met (professioneel)
vuurwerk zij bevoegd zijn. Benelux-landen wordt verzocht te bevorderen dat
professioneel vuurwerk alleen wordt verkocht aan bezitters van een pyro-pas. De
Europese Commissie volgt de uitvoering en het effect hiervan om eventueel later
te komen tot een Europese invoering. Voor een optimale werking van de pyro-pas
is deze gebaat bij een verbreding van de invoering naar andere Europese landen.
De invoering van de pyro-pas in Nederland, voorzien in 2022, maakt dat een
eerder voornemen is achterhaald, namelijk om de Wet milieubeheer uit te breiden
met een vorm van erkenning van bevoegde vuurwerkhandelaren. De
voorgenomen wetswijziging van de Wet milieubeheer leverde kritiek op in
verband met mogelijke strijdigheid met Europees/internationaal recht. Om
tegemoet te komen aan deze kritiek is de ontwikkeling van de pyro-pas in
Benelux verband opgepakt. Daarom is het voornemen de procedure tot
wetswijziging van de Wet milieubeheer aangaande de erkenningsregeling te
beëindigen.
Oneigenlijk gebruik pyrotechnische artikelen
Naast de inzet op de pyro-pas heeft Nederland het initiatief genomen, vanuit de
ILT-IOD in samenwerking met de politie, om te overleggen met de Europese
Commissie en de voorzitter van het Forum van Notified Bodies (NoBo’s)4 over het
(oneigenlijk) gebruik van pyrotechnische5 artikelen anders dan vuurwerk als ware
het vuurwerk. Dit betreft pyrotechnische knalartikelen die als bedoeld gebruik het
afschrikken van dieren (vogels, wolven of beren) of het waarschuwen van
spoormedewerkers bij een naderende trein hebben. Meerdere EU-lidstaten
worstellen met deze problematiek en bereiden nationale wetswijzigingen voor. De
Europese Commissie gaat na of het opstellen van een ‘guidance’ opportuun is en
binnen de Benelux wordt op initiatief van Nederland gewerkt aan een beschikking
om dit soort oneigenlijk gebruik te verbieden.
Samenwerking met China
Daarnaast wordt ook buiten Europa strategisch samengewerkt. De ILT heeft via
een Memorandum of Understanding (MoU) met de Chinese autoriteiten MSA
(Marine Safety Authority) en de Chinese douane gewerkt aan het tegengaan van
onjuiste transportclassificatie van vuurwerk. Doel hiervan is om onveilige
transport situaties te voorkomen. Daarnaast kan hiermee de toestroom van
enkele zware knalartikelen vanuit China naar de illegaliteit worden tegen gegaan.
Verder is er overleg met Chinese marktpartijen en grote vervoerders, wat kan
resulteren in de mogelijkheid voor de ILT om mee te kijken bij inspecties in China
voordat vuurwerkartikelen in containers worden beladen. Bemoedigend is dat
4 Notified Bodies: Keuren en testen het vuurwerk voor het tot de Europese markt wordt
toegelaten. Notified Bodies hebben een belangrijke ‘onafhankelijke’ rol in de technische
toetsing van pyrotechnische artikelen. Onderdeel daarvan is de beoordeling van het door de
fabrikant aangegeven bedoelde gebruik van het pyrotechnische artikel.
5 Pyrotechniek is meer dan alleen vuurwerk, het wordt ook gebruikt voor o.a. airbags,
munitie en ontstekers. Deze artikelen kunnen zodanig worden misbruikt dat het gebruikt
wordt als zijnde vuurwerk.
Chinese partijen werk willen maken van veilig transport van vuurwerk en onjuiste
classificatie willen voorkomen. Naast veilig transport kan ook via deze weg de
toestroom van enkele zware knalartikelen vanuit China worden tegen gegaan.
Plastic
In de motie Kröger6
is gevraagd met de vuurwerkbranche te onderzoeken hoe het
gebruik van plastic in vuurwerk en het aanbieden van vuurwerk waarin plastic is
verwerkt kan worden tegengegaan. Zij vraagt daarbij bijzondere aandacht voor
de categorie F1-vuurwerk.
Via het vrijwillige pad zijn al stappen gezet waardoor een nieuwe norm voor
Nederland is ontstaan. Het uit burgerinitiatief voortgekomen Knalplastic
Convenant, wat volgde op ‘Operatie Knetterbal’ is ondertekend door vrijwel alle
belangrijke retailers en door een aantal vuurwerkimporteurs die 50% van de
markt vertegenwoordigen.
In aanvulling op dit convenant is de staatssecretaris van Infrastructuur en
Waterstaat (IenW) in overleg met vuurwerkimporteurs (BPN) en -verkopers
(SVNC) zodat er naast de reguliere vuurwerkpakketten ook
een ‘plastic-vrijvuurwerkpakket’ beschikbaar komt.
Zo kan de bewuste consument een bewuste keuze maken.
Naast deze vrijwillige acties zet de staatssecretaris van IenW in, net als de
initiatiefnemers van het Knalplastic convenant, om de Europese regelgeving aan
te scherpen en vuurwerk minder schadelijk te maken voor het milieu. Mede na
aandringen van Nederland, wordt daarom ingezet op het terugdringen van de
milieulast van vuurwerk. Dit krijgt vorm door in te zetten op vuurwerk zonder
plastic. Een voorbeeld van de uitwerking hiervan zou een Europees verbod op
plastic knetterballen kunnen zijn. Daarnaast is onderdeel van de inzet het
beperken van de uitstoot van schadelijke stoffen. Er worden stoffen gebruikt voor
kleureneffecten van siervuurwerk. Daar waar er minder schadelijke alternatieven
beschikbaar zijn, kunnen de schadelijke verboden worden. Inzet is dit op te
nemen in de productnormen zodat verbeteringen aan het begin van de keten
opgepakt worden.
6. Tot slot
De brief is in goed overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de
regioburgemeesters, het Openbaar Ministerie en de politie tot stand gekomen. De
in de brief genoemde maatregelen en afspraken in combinatie met de in eerdere
brieven aangekondigde maatregelen tonen de gezamenlijke inzet van al deze
partijen om te komen tot een feestelijke en veilige jaarwisseling voor iedereen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Ferd Grapperhaus
De Staatssecretaris van
Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven – Van der Meer